Wijzigingen inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering in het kader van ambtshalve schrapping
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994, wijzigt.
Het ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel de regelgeving te versoepelen om de gezondheidszorgdekking te kunnen blijven garanderen voor bepaalde sociaal verzekerden die om louter administratieve redenen tijdelijk ambtshalve uit het Rijksregister zijn geschrapt (soms zonder hun medeweten), zonder het Belgische grondgebied te hebben verlaten en zonder dat zij niet langer het recht of de vergunning hebben om er te verblijven.
Dit kan niettemin onbedoelde gevolgen hebben voor hun recht op geneeskundige verzorging, dat voor bepaalde hoedanigheden van rechthebbenden in de wet betreffende de verplichte verzekering gebaseerd is op deze inschrijving in het Rijksregister.
Daarom wordt voorgesteld om de regelgeving met betrekking tot de hoedanigheden van gerechtigde resident, gerechtigde mindervalide en persoon ten laste te versoepelen om deze impact te verminderen, zodat deze hoedanigheden niet verloren gaan bij korte periodes van schrapping. Personen ten laste, gerechtigden mindervaliden en residenten die ambtshalve worden geschrapt ingevolge hun vertrek naar het buitenland of ingevolge het verlies van hun verblijfsvergunning, zijn daarom uitgesloten van het toepassingsgebied.
Het ontwerp wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.