Wijzigingen inzake de keuring van spuittoestellen in de landbouw
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Landbouw David Clarinval een ontwerp van koninklijk besluit goed dat een aantal aanpassingen doorvoert in het kader van de verplichte keuring van spuittoestellen die gebruikt worden in de landbouw.
Sinds 1995 moeten de spuittoestellen aan een driejaarlijkse keuring onderworpen worden. De keuring wordt momenteel geregeld door het koninklijk besluit van 13 maart 2011 betreffende de verplichte keuring van spuittoestellen.
Op 1 januari 2023 zal de tiende keuringcyclus beginnen. Naar aanleiding hiervan moet het koninklijk besluit van 13 maart 2011 aangepast worden om rekening te houden met de evolutie van het spuittoestellenpark en praktische moeilijkheden vastgesteld door de keuringsinstellingen. De belangrijkste aanpassingen zijn:
- de keuringsvoorschriften en het keuringsprotocol voor de verneveltoestellen en graanbehandelingsinstallaties werden toegevoegd aan het koninklijk besluit van 13 maart 2011
- verneveltoestellen die enkel gebruikt worden voor de toepassing van biociden buiten de landbouw alsook kunstmeststrooiers die enkel gebruikt worden voor de toepassing van kunstmest, worden vrijgesteld van de technische keuring van de spuittoestellen
- de eigenaar van een spuittoestel kan een aanvraag indienen bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen voor een vrijstelling van de keuring indien het spuittoestel wordt gebruikt buiten de landbouw en niet wordt gebruikt voor irrigatie, fertigatie of toepassing van gewasbeschermingsmiddelen of biociden, of indien het toestel zodanig werd gewijzigd dat het niet meer geschikt is om gewasbeschermingsmiddelen toe te passen
Het ontwerp van koninklijk besluit wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van een koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2011 betreffende de verplichte keuring van spuittoestellen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 november 2005 betreffende retributies bepaald bij artikel 5 van de wet van 9 december 2004 houdende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen