Wijzigingen aan internationale verdragen inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie en tegen foltering
De ministerraad keurt een voorontwerp van wet goed houdende instemming met de wijzigingen aan het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen, en het Internationaal Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling.
Met deze instemming geeft België blijk van zijn langdurige inzet ten voordele van de bevordering en de bescherming van de mensenrechten en van het groot belang dat ons land hecht aan het nakomen van zijn verplichtingen onder de mensenrechtenverdragen van de Verenigde Naties waarbij het verdragspartij is. België steunt ten volle het werk van de verdragsorganen van de Verenigde Naties, die toezicht houden op de naleving van de mensenrechtenverdragen en die een fundamentele rol spelen in de bevordering en bescherming van mensenrechten op het nationale niveau.
voorontwerp van wet houdende instemming met de wijzigingen aan artikel 8, lid 6 van het Internationaal Verdrag van 7 maart 1966 inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (CERD), aan artikel 20, lid 1 van het Internationaal Verdrag van 18 december 1979 inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie tegen vrouwen (CEDAW), en aan artikel 17, lid 7 en artikel 18, lid 5 van het Internationaal Verdrag van 10 december 1984 tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling (CAT)