Wijziging van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden in de Duitstalige Gemeenschap
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed betreffende het recht op verhoogde tegemoetkoming voor de rechthebbenden van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, toegekend door de Duitstalige Gemeenschap.
Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet in een reglementaire aanpassing ingevolge de bevoegdheidsoverdracht van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (THAB) aan de deelgebieden in het kader van de zesde staatshervorming.
Vanaf 1 januari 2023 doet de Duitstalige Gemeenschap geen inkomensonderzoek meer voor de toekenning van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden. Deze wijziging in de toekenningscriteria van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden heeft een impact op de automatische toekenning van het recht op de verhoogde tegemoetkoming op basis van het THAB-voordeel. Voor de automatische toekenning van het recht op verhoogde tegemoetkoming is namelijk wettelijk vereist dat een inkomensonderzoek voor de toekenning van het voordeel reeds gebeurd is door de bevoegde overheidsinstantie.
Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet er dus in dat de automatische toekenning van het recht op een verhoogde tegemoetkoming niet langer mogelijk is voor de rechthebbenden van de tegemoetkoming voor de hulp aan bejaarden, zoals toegekend door de Duitstalige Gemeenschap. Er worden tevens overgangsmaatregelen vastgelegd om de continuïteit van het recht op verhoogde tegemoetkoming voor een bepaalde periode te waarborgen.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2014 betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994