Hoort bij Ministerraad van 21 mei 2021
Wijziging in diverse wetten ter verbetering van het departement Justitie
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne een voorontwerp van wet goed tot wijziging van diverse wetten die het departement Justitie sneller, menselijker en straffer dienen te maken.
In de volgende wetten en wetboeken worden wijzigingen aangebracht:
- de wet van 16 maart 1806 op het notarisambt
- het Wetboek van Strafvordering
- het Strafwetboek
- de uitleveringswet van 15 maart 1874
- de wet van 24 februari 1921 betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen
- de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken
- de wet van 3 april 1953 betreffende de rechterlijke inrichting
- het Gerechtelijk Wetboek
- de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer
- de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen
- de wet van 30 november 1998 houdende regeling van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
- de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers
- de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafhof en de internationale straftribunalen
- de basiswet van 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden
- de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten
- de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens
- de wet van 5 augustus 2006 inzake de toepassing van het beginsel van de wederzijdse erkenning van rechterlijke beslissingen in strafzaken tussen de lidstaten van de Europese Unie
- de wet van 30 juli 2013 betreffende de invoering van een familie- en jeugdrechtbank
- de wet van 5 mei 2014 betreffende de internering
- de wet van 4 februari 2018 houdende de opdrachten en de samenstelling van het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring
- de wet van 23 maart 2019 betreffende de organisatie van de penitentiaire diensten en van het statuut van het penitentiair personeel
- de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en het Gerechtelijk Wetboek wat de bekendmaking van de vonnissen en arresten betreft
- de wet van 5 mei 2019 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten tot aanpassing van de procedure voor de strafuitvoeringsrechter voor de vrijheidsstraffen van drie jaar of minder
- het Wetboek van Economisch Recht
- de kantoorvergoeding toegekend aan het gerechtspersoneel voor telewerken in het kader van de gezondheidscrisis ten gevolge van het coronavirus
- het oud Burgerlijk Wetboek
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.