Werkbonus en IGU: werken moet lonend zijn
De overgang van werkloosheid naar werk moet aantrekkelijker worden. Wie aan de slag gaat, moet dus aanzienlijk meer kunnen verdienen dan met een werkloosheidsuitkering. Bovendien moeten werklozen die maar enkele uren werken, er voordeel bij hebben om méér te gaan werken. Minister van Werk Frank Vandenbroucke wil dit bereiken door de lancering van de werkbonus en de hervorming van de Inkomensgarantie-uitkering (IGU).
De overgang van werkloosheid naar werk moet aantrekkelijker worden. Wie aan de slag gaat, moet dus aanzienlijk meer kunnen verdienen dan met een werkloosheidsuitkering. Bovendien moeten werklozen die maar enkele uren werken, er voordeel bij hebben om méér te gaan werken. Minister van Werk Frank Vandenbroucke wil dit bereiken door de lancering van de werkbonus en de hervorming van de Inkomensgarantie-uitkering (IGU).
Door de werkbonus zullen werknemers met een laag loon minder sociale bijdragen moeten betalen. Ze zullen dus netto meer inkomen overhouden. De bijdragevermindering zal in de komende jaren geleidelijk belangrijker worden en het aantal mensen dat in aanmerking komt zal gestaag toenemen. Op kruissnelheid (2007) zal iedereen met een brutoloon onder de 1.956 euro per maand genieten van bijdrageverminderingen. Iemand met een loon onder de 1095 euro zal dan helemaal geen persoonlijke bijdragen meer moeten betalen. Nog dit jaar wordt de maximale bijdragevermindering van 95 naar 105 euro per maand gebracht. De loongrens tot waar de werkbonus geldt, zal ook opschuiven, vertrekkende van de huidige 1539 euro bruto per maand. De snelheid waarmee dit gebeurt, hangt af van de beschikbare budgetten. De werkbonus komt in de plaats van de bestaande vermindering van de sociale bijdragen voor lage inkomens en het belastingkrediet. Dat belastingkrediet is een fiscale maatregel voor lage inkomens die niet genieten van de belastinghervorming. Omdat het effect ervan pas voelbaar is bij de fiscale afrekening, dus 2 jaar nadat het loon is uitbetaald, is het niet echt een stimulans om aan de slag te gaan. Het tweede luik is de hervorming van de Inkomensgarantie-uitkering (IGU). Door de IGU behoudt een werkzoekende die een deeltijdse job aanvaardt, boven op het loon nog een deel van zijn uitkering. Hij verdient op die manier netto méér dan met een gewone werkloosheidsuitkering. De betrokkene blijft wel werkzoekende: hij moet dus uitkijken naar bijkomend werk. In de praktijk blijkt de IGU echter een werkloosheidsval: wie meer werkt, krijgt minder toeslag zodat het netto-inkomen gelijk blijft. Om dit pervers effect te vermijden, voert minister Vandenbroucke een belangrijke wijziging door. De IGU is bovendien niet meer een vast bedrag per maand, maar wordt uitgekeerd als een toeslag per uur. De toeslag per uur bedraagt 2,5 euro voor gezinshoofden, 1,75 euro voor alleenwonenden en 1 euro voor samenwonenden. Meer werken zal daardoor steeds lonend zijn. Door de hervorming zullen mensen met minder dan 1/3de van een voltijdse job werkt, geen recht meer hebben op de IGU. Wie dat wil, kan zich wel inschrijven als werkzoekende. De RVA past dan bij tot het niveau van de werkloosheidsuitkering. De hervorming van de IGU en de eerste fase van invoering van de werkbonus gaan in ten laatste op 1 oktober 2004.