Vrouwen en Mannen in België: gelijk in 2012?
Brussel, 21 februari 2012 – Het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen heeft de tweede editie voorgesteld van de publicatie “Vrouwen en mannen in België: Genderstatistieken en genderindicatoren”. Deze brochure heeft tot doel om de objectieve verschillen tussen vrouwen en mannen bloot te leggen.
Prisma van de huidige samenleving
Net als in 2006 worden in deze brochure verschillende genderstatistieken en genderindicatoren samengebracht in verband met betaalde en onbetaalde arbeid, inkomen, gezondheid, besluitvorming, combinatie arbeid-gezin, criminaliteit, wetenschap en technologie, migratie, vorming en demografie. Bovendien komen er enkele nieuwe thema’s aan bod zoals partnergeweld, tijdsbesteding en mobiliteit.
De verzamelde gegevens geven een duidelijk en objectief beeld van de huidige samenleving, met betrekking tot gender, zoals:
- 50,9% van de bevolking is vrouwelijk.
- Bij de geboorte van haar eerste kind is een vrouw gemiddeld 28 jaar.
- 68% van de mensen die asiel aanvragen is een man.
- 13% van de slachtoffers van verkrachting is een man.
- Bij auto-ongevallen is in 69% van de gevallen de bestuurder een man.
Vooruitgang?
“Als we de huidige statistieken vergelijken met die van vijf jaar geleden, merken we dat de algemene tendens een geleidelijke, positieve evolutie naar meer gelijkheid is: vrouwen zijn bijvoorbeeld actiever op de arbeidsmarkt, het percentage van vrouwen in adviesorganen en politieke mandaten is licht gestegen, net als in de magistratuur en de diplomatie”, verklaart Michel Pasteel, Directeur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Of ongelijkheden?
“In de meeste domeinen - de arbeidsmarkt, de pensioenen, de combinatie arbeid-gezin, de digitale kloof bij 55-plussers, armoede, enz. – tonen de statistieken flagrante verschillen tussen vrouwen en mannen, die vaak de weerspiegeling zijn van ongelijkheden tussen vrouwen en mannen”, zegt Vera Claes, voorzitster van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Bijvoorbeeld, gemiddeld genomen bedraagt de pensioenkloof 23%. Bij zelfstandigen loopt deze op tot 33%. Van alle loontrekkende vrouwen werkt 44,3% deeltijds, bij mannen is dit 9,3%. Het aantal huismannen is op 25 jaar meer dan verdubbeld. Het aantal huisvrouwen is gedaald met 61%. Huismannen blijven echter zwaar in de minderheid: voor iedere huisman zijn er 32 huisvrouwen.
95% van het voltijds tijdskrediet dat wordt opgenomen voor de opvoeding van kleine kinderen wordt opgenomen door vrouwen. Meer in het algemeen is het zorgen voor familieleden het motief voor 71% van de vrouwen en 16% van de mannen in voltijds tijdskrediet. Moeders met jonge kinderen zijn 2,5 keer meer bezig met hun kinderen dan vaders met jonge kinderen. “Een gelijkere verdeling van het werk binnen het gezin, zoals de zorgtaken, is een noodzakelijke voorwaarde voor een grotere gelijkheid in andere domeinen”, onderstreept Michel Pasteel.
Deze publicatie laat ook toe om vast te stellen dat de genderstereotiepe verschillen tussen vrouwen en mannen al op jonge leeftijd vorm krijgen. De gemiddelde tijdsbesteding van tieners is daarvan een sprekend voorbeeld. Op een schooldag doen meisjes tussen 12 en 18 jaar een derde meer huishoudelijk werk dan jongens, op zondag doen ze anderhalve keer zoveel dan jongens, en op zaterdag het dubbele.
De publicatie Vrouwen en mannen in België. Genderstatistieken en genderindicatoren – Editie 2011 is gratis te verkrijgen bij het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (gelijkheid.manvrouw@igvm.belgie.be, tel.: 02/233 41 75) of te downloaden via de website.
Hildegard Van Hove (coördinator genderstatistieken)
Tel.: 02/233.41.71
hildegard.vanhove@igvm.belgie.be