Voogdij over niet-begeleide minderjarigen
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, en de heer Christian Dupont, Minister van Maatschappelijke Integratie, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed betreffende de sociale en fiscale behandeling van de voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, en de heer Christian Dupont, Minister van Maatschappelijke Integratie, keurde de Ministerraad twee ontwerpen van koninklijk besluit (*) goed betreffende de sociale en fiscale behandeling van de voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen.
Het eerste ontwerp beoogt de omzetting van de beleidsnota over de sociale en fiscale behandeling van de voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (**). Het voorziet in een substitutiemechanisme op grond waarvan de vergoeding van de voogd wordt vervangen door een toelage, betaald aan de vereniging of de openbare instelling die hem in dienst heeft, met het oog op de betaling van zijn salaris. Dankzij deze voogden geniet de vereniging of de openbare instelling die hen in dienst heeft en een protocolakkoord heeft gesloten met de dienst Voogdij een toelage van 3.500 euro per voogd en per jaar, op voorwaarde dat de voogd ten minste gelijktijdig 25 voogdijen onder zijn hoede neemt. Er wordt voorzien in een hogere toelage van 13.500 euro voor de voogd die bovendien het werk coördineert van ten minste vier voogden binnen de vereniging of openbare instelling die hem in dienst heeft. Deze coördinator moet houder zijn van een universitair diploma of over een gelijkwaardige ervaring beschikken. In beide gevallen geniet de betrokken vereniging of openbare instelling daarenboven een bijdrage van de sociale Maribel ten belope van 31.500 euro om de loonkosten van de voogd te financieren. De Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken zullen de aanvraag bij de betrokken beheerscomités van de sociale-Maribelfondsen ondersteunen. Het tweede ontwerp voorziet dat bij het berekenen van de bestaansmiddelen met het oog op het toekennen van het recht op maatschappelijke integratie geen rekening wordt gehouden met de forfaitaire vergoeding die wordt toegekend aan de voogden van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, voor zover de voogdij beperkt blijft tot het equivalent van twee voltijdse voogdijschappen per jaar. (*) - ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 2003 tot uitvoering van Titel XIII, Hoofdstuk 6 "Voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen" van de programmawet van 24 december 2002. - ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juli 2002 houdende het algemeen reglement betreffende het recht op maatschappelijke integratie. (**) goedgekeurd door de Ministerraad van 20 juli 2004.