Verloven en afwezigheden van het personeel van griffies en parketten
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan.
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit (*) goed betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan sommige personeelsleden die de rechterlijke macht terzijde staan.
Dit ontwerp strekt ertoe het personeel van de griffies en parketten te laten genieten van een verlofsysteem dat analoog is aan datgene dat bestaat voor het openbaar ambt. Het past voornoemd koninklijk besluit aan in functie van de wijzigingen die door een reeks koninklijke besluiten (**) rond de verloven en afwezigheden in het openbaar ambt werden aangebracht. Twee vormen van loopbaanonderbreking (2/3 en 3/4) worden afgeschaft. Voortaan zal men nog enkel kunnen kiezen tussen voltijdse en halftijdse loopbaanonderbreking. Het contingent van 6 jaar volledige loopbaanonderbreking kan, geheel of gedeeltelijk, op vraag van de betrokkene worden omgezet in een halftijdse loopbaanonderbreking. De betrokkene kan aldus maximaal van 12 jaar halftijdse loopbaanonderbreking genieten. Daarnaast worden een aantal wijzigingen en verduidelijkingen aan de tekst van het besluit over de verloven aangebracht, meer bepaald voor wat betreft het verlof voor stage, het verlof voor dwingende familiale redenen, verlof en disponibiliteit wegens ziekte, afwezigheid van lange duur om persoonlijke redenen. Ten slotte wordt het vaderschapsverlof voor de statutaire personeelsleden op 10 dagen gebracht, met ingang van 1 juli 2002. (*) tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 maart 2001. (**) van 2 mei 2001, 19 juli 2001, 21 december 2001, 28 januari 2002, 10 juni 2002 en 12 december 2002.