Vergoedingen van de advocaten belast met de tweedelijnsbijstand
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens twee ontwerpen van ministerieel besluit goed rond de vergoeding van de advocaten in het kader van de tweedelijnsbijstand en de subsidie voor de kosten verbonden aan de organisatie van de bureaus voor juridische bijstand.
De ontwerpen beogen om voor het voorbije gerechtelijke jaar de waarde van het punt op dezelfde hoogte te houden als tijdens de voorbije twee gerechtelijke jaren, met name 25,76 euro.
Budgettair heeft dit de volgende impact voor de vastleggings- en vereffeningskredieten:
- vergoedingen van de pro Deo-advocaten: + 2 978 000 euro
- tussenkomst in de kosten van de bureaus: + 242 000 euro
Samen maakt dit een totaal bijkomend krediet van 3.220.000 euro, te financieren door een beroep te doen op de kredieten van de interdepartementale provisie 2015.
De waarde van één punt is gelijk aan het totale bedrag van het begrotingskrediet, ingeschreven op de begroting van Justitie, vermeerderd met het totale bedrag van de gedeeltelijke betalingen van de erelonen, gedeeld door het totale aantal van de punten van de advocaten.