Vast remgeld voor de raadpleging van geneesheer-specialisten
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block twee ontwerpen van koninklijk besluit goed die het vaste remgeld voor de raadpleging van geneesheer-specialisten invoeren.
Vanaf 1 januari 2015 wordt het remgeld voor de raadpleging van geneesheer-specialisten vastgelegd op 3 euro voor de bevoorrechte rechthebbende en 12 euro voor de niet-bevoorrechte rechthebbende.
Er werd rekening gehouden met de bijkomende honoraria voor dringende raadplegingen (nomenclatuurcodes 102491 en 102513). Voor de prestatie 102491 wordt het remgeld echter vastgelegd op 6 euro voor de niet-bevoorrechte rechthebbende (de honoraria bedragen 8,58 euro). Voor de rechthebbende met voorkeursregeling is een maximumremgeld van 15% van toepassing op de raadpleging van geneesheer-specialisten. Het remgeld wordt aldus vastgesteld op 1 euro voor de prestatie 102491 en op 2,50 euro voor de prestatie 102513.
De ontwerpen worden ter advies overgemaakt aan de Raad van State.
ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van artikel 37bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 maart 1982 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden of van de tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in het honorarium voor bepaalde verstrekkingen