Uitoefening van het mandaat van lid van de raad van bestuur, voorzitter en directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon een ontwerp van koninklijk besluit goed dat nadere regels bevat over de uitoefening van het mandaat van een lid van de raad van bestuur, voorzitter en directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle.
De regels over de uitoefening van het mandaat van lid van de raad van bestuur, voorzitter en directeur-generaal van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) worden momenteel vastgelegd door het koninklijk besluit van 4 juni 1999. Door de Raad van State werd bij arrest op 2 december 2014 vastgesteld dat er zich in artikel drie van het voornoemde koninklijk besluit zich een onwettigheid bevond.
De ministerraad heeft daarna besloten om het besluit van 4 juni 1999 op te heffen en te vervangen door het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit. Deze wijziging verandert niets aan de regels over het mandaat van lid van de raad van bestuur, voorzitter en directeur-generaal van het FANC. Het doel van de aanpassing is de tekst in overeenstemming te brengen met de opmerkingen van de Raad van State, de bepalingen van de FANC-wet te respecteren en om het koninklijk besluit logischer te structureren.
Het ontwerp van koninklijk besluit wordt voor advies aan de Raad van State voorgelegd.