Uitbreiding recht op integratietegemoetkoming voor personen met een handicap
De ministerraad keurt op voorstel van minister belast met Personen met een handicap Karine Lalieux een ontwerp van koninklijk besluit goed dat de EU-richtlijn 2021/1883 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan gedeeltelijk omzet in de Belgische wetgeving betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
De richtlijn 2021/1883 verplicht de Belgische Staat de gelijke behandeling van houders van de Europese blauwe kaart ten opzichte van zijn onderdanen te waarborgen wat betreft de takken van sociale zekerheid bedoeld in de EU-Verordening 883/2004.
In het kader van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap, focust het ontwerp van koninklijk besluit specifiek op de integratietegemoetkoming. Aangezien de integratietegemoetkoming door de Belgische Staat als een prestatie bij ziekte in de vorm van uitkering wordt beschouwd, moeten de nationaliteitsvoorwaarden in de wet van 27 februari 1987 worden uitgebreid om zo de toegang tot de integratietegemoetkoming voor houders van een Europese blauwe kaart te garanderen.
Daarnaast wordt het recht op de integratietegemoetkoming ook uitgebreid tot de gezinsleden van de houder van de Europese blauwe kaart.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 juli 2006 tot uitvoering van artikel 4, § 2, van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap integratietegemoetkoming om Richtlijn (EU) n° 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad om te zetten