Toegang tot het Arbitragehof
Aanstelling van een advocaat door het Arbitragehof en recht op juridische bijstand
Aanstelling van een advocaat door het Arbitragehof en recht op juridische bijstand
Opdat ook mensen met een lager inkomen toegang zouden hebben tot het Arbitragehof, besliste de ministerraad op voorstel van eerste minister Guy Verhofstadt en minister van Justitie Laurette Onkelinx om de ambtshalve aanstelling van een advocaat door het Arbitragehof en de toegang tot juridische bijstand voor beroepen bij het Arbitragehof te regelen. Het ontwerp van koninklijk besluit legt de regels vast volgens welke het Arbitragehof ambtshalve een advocaat kan toewijzen. (art 75 bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof) Het ontwerp bevestigt ook dat de voorwaarden om recht te hebben op juridische bijstand van toepassing zijn. (deel twee, boek IIIbis gerechtelijk wetboek) Het Arbitragehof heeft de exclusieve bevoegdheid om de wetskrachtige normen te toetsen aan de regels die de verscheidene bevoegdheden van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten bepalen. Die zijn opgenomen in de grondwet en in de bijzondere wetten over de hervorming van de instellingen. Het Arbitragehof kan ook uitspraak doen over de schending van fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in de grondwet door een wetskrachtige norm. Elke natuurlijke persoon en rechtspersoon, Belg en buitenlander kan een beroep tot vernietiging indienen als hij of zij in het verzoekschrift een persoonlijk belang kan aantonen.