Thuiswerker krijgt volwaardige plaats
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, en Mevrouw Kathleen Van Brempt, Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, keurde de Ministerraad de voorstellen goed die moeten toelaten (tele)-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op onze arbeidsmarkt.
Op voorstel van de heer Frank Vandenbroucke, Minister van Werk en Pensioenen, en Mevrouw Kathleen Van Brempt, Staatssecretaris voor Arbeidsorganisatie en Welzijn op het werk, keurde de Ministerraad de voorstellen goed die moeten toelaten (tele)-thuiswerk een volwaardige plaats te geven op onze arbeidsmarkt.
Het is belangrijk dat thuiswerkers een even goede sociale bescherming en sociale zekerheid genieten als andere werknemers en dat deze bescherming toepasbaar is in de realiteit. De belangrijkste voorstellen zijn de aanpassing van de arbeidsbescherming en een betere verzekering tegen arbeidsongevallen. Door de mogelijkheden van de nieuwe informatica- en communicatietechnologieën zit thuiswerk in de lift. Het thuiswerk bevat heel wat troeven voor werkgevers en werknemers: geen tijdverlies in de dagelijkse files, arbeidstijd kan beter afgestemd worden op het privé- of gezinsleven, bezuiniging op kantoorruimte, meer tewerkstellingskansen voor mindervalide werknemers, enzovoort. Het thuiswerk stuit evenwel op een reeks praktische en juridische problemen. Er moet een sluitend juridisch kader komen voor de thuiswerker aangepast aan de realiteit van dit thuiswerk en met de nodige waarborgen voor arbeidsbescherming en bescherming van de privacy. Dit kader hoeft geen bijkomende lasten te leggen op bedrijven die thuiswerk willen organiseren. Het is integendeel de bedoeling om ontoepasbare reglementen uit te zuiveren en een betere verzekering uit te werken tegen arbeidsongevallen, die leidt tot een lastenvermindering voor de ondernemingen. Een arbeidsongeval is elk ongeval dat een werknemer overkomt tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Voor thuiswerkers stelt er zich een bewijsprobleem. De thuiswerker moet namelijk aantonen dat het ongeval gebeurd is tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. Dat is geen eenvoudige zaak, onder andere omdat er doorgaans geen getuigen aanwezig zijn. Om de thuiswerker toch zekerheid te bieden, zal Mevrouw Van Brempt, in samenspraak met de verzekeraars, onderzoeken of er een 24-urendekking voor het risico van arbeidsongevallen mogelijk is, die financieel aantrekkelijk is voor de werkgever omdat het risico van ongevallen tijdens het woon-werkverkeer kleiner is. Een ander knelpunt is de toepassing van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB) op thuiswerk. Sommige reglementen kunnen niet toegepast worden, bijvoorbeeld de inrichting van gescheiden toiletten, het installeren van luchtregeling, het plaatsen van noodverlichting, enzovoort. Het is dus nodig om het ARAB aan te passen aan het thuiswerk. Mevrouw Van Brempt zal deze aanpassingen doorvoeren tegen eind 2004. Minister Frank Vandenbroucke zal tenslotte nog een aantal knelpunten bekijken. Het gaat dan onder andere over: - de afstemming van het arbeidsrecht op het thuiswerk: aan de NAR wordt gevraagd voorstellen te formuleren m.b.t. de toepassing van de arbeidsduurrregeling, de moederschapsbescherming en de schorsing van de arbeidsovereenkomst. - de afstemming van het sociale zekerheidsstelsel op het thuiswerk, waar minister van Sociale Zaken Rudy Demotte voor bevoegd is: de betrokken parastatale instellingen en de NAR zullen dit onderzoeken. - de problematiek van de schijnzelfstandigheid bij thuiswerkers: dit wordt geïntegreerd in de globale maatregelen tegen schijnzelfstandigheid. De Ministerraad keurde tevens het voorstel van Staatssecretaris Peter Vanvelthoven goed om telewerkprojecten binnen de overheid te stimuleren. Doelstelling is, gelet op het vertrouwelijk karakter van sommige informatie, de internetcommunicatie te beveiligen. Er zal een initiatief genomen worden om telewerken voor ambtenaren op een voldoende veilige manier via het portaal mogelijk te maken.