Terroristische misdrijven
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad, in tweede lezing, een voorontwerp van wet goed betreffende terroristische misdrijven.
Op voorstel van de heer Marc Verwilghen, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad, in tweede lezing, een voorontwerp van wet goed betreffende terroristische misdrijven.
Het ontwerp strekt tot de omzetting van het kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie (*) inzake terrorismebestrijding. De voltooiing ervan is een van de belangrijkste resultaten van het Belgische Voorzitterschap van de Europese Unie in 2001. Dit kaderbesluit is erop gericht op Europees niveau de wetgevingen tot vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen en de straffen inzake terrorisme te harmoniseren. Zoals de andere kaderbesluiten is het bindend voor de lidstaten wat het te bereiken resultaat betreft. Aan de nationale instanties wordt echter de bevoegdheid gelaten vorm en middelen te kiezen. Het heeft geen rechtstreekse werking. Op het vlak van de straffen vereist het kaderbesluit de oplegging van doeltreffende, evenredige en afschrikkende straffen, die kunnen leiden tot uitlevering en de oplegging van een zwaardere straf voor terroristische misdrijven. Het voorontwerp maakt aldus een onderverdeling in twee categorieën: een verzwaring van straffen wegens gemeenrechtelijke misdrijven en de straffen ten aanzien van nieuwe misdrijven. Ten slotte voorziet het kaderbesluit eveneens een uitbreiding, voor een aantal punten, van de rechtsmacht van de lidstaten van de Europese Unie. Het voorontwerp wijzigt de Voorafgaande Titel van het Wetboek van Strafvordering zodanig dat de bevoegdheid van de Belgische rechtscolleges wordt uitgebreid tot iedere Belg of iedere persoon die zijn verblijfplaats in België heeft, wanneer deze zich buiten het grondgebeid van het Rijk schuldig maakt aan terroristische misdrijven, alsook tot iedere persoon die en dergelijk misdrijf heeft gepleegd tegen een Belgische onderdaan of instelling, of tegen een instelling van de Europese Unie of van een orgaan opgericht overeenkomstig het Verdrag betreffende de Europese Unie, die in België is gevestigd. (*) van 13 juni 2002