Hoort bij Ministerraad van 17 juli 2009
Taalgebruik in gerechtszaken
Regeling van de taalexamens voor doctors, licentiaten of masters in de rechten
Regeling van de taalexamens voor doctors, licentiaten of masters in de rechten
De ministerraad heeft een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd over de organisatie van de examens waarvoor doctors, licentiaten en masters in de rechten moeten slagen om te voldoen aan de wet rond het taalgebruik in gerechtszaken (*).
Het ontwerp is een voorstel van minister van Justitie Stefaan De Clerck en van minister van Ambtenarenzaken Steven Vanackere schrijft voor dat:
- Selor, het selectiebureau van de federale overheid bevoegd is voor de organisatie van het taalexamen,
- er drie examencommissies worden opgericht (Nederlands, Frans en Duits),
- de commissies worden voorgezeten door de gedelegeerd bestuurder van het Selectiebureau van de federale overheid of zijn vertegenwoordiger en dat ze zijn samengesteld uit minstens twee leden van het onderwijzend personeel van de rechtsfaculteiten, een effectief lid of een erelid van het Hof van Cassatie en een effectief lid of erelid van het parket bij dat Hof en uit minstens een persoon die wegens zijn bevoegdheid of zijn specialisatie bijzonder geschikt is,
- het examen bestaat uit een schriftelijke en een mondelinge proef,
- men zowel voor de schriftelijke als de mondelinge proef 60% behalen om te slagen voor het taalexamen. Enkel kandidaten die slagen voor de schriftelijke proef worden toegelaten tot de mondelinge proef.
Het ontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.
(*) wet van 15 juni 1935, artikel 43 sexies, tweede en derde lid.