Strijd tegen illegale immigratie
Op voorstel van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet (*) betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Op voorstel van de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de wet (*) betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Dit voorontwerp van wet zet de Europese richtlijn (**) tot aanvulling van de bepalingen van artikel 26 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst om in Belgisch recht. Het voorontwerp heeft tot doel een instrument te zijn in het beheersen van de migratiestromen en het bestrijden van illegale immigratie. Dit beleid wil zich niet enkel beperken tot illegalen maar wil ook de vervoerders responsabiliseren. Het voorontwerp breidt de verplichting tot terugbrenging voor de vervoerder uit tot vreemdelingen uit derde landen op doorreis. De vervoerder die een vreemdeling uit een derde land naar het Rijk bracht is voortaan verplicht de vreemdelingen uit derde landen terug te brengen, zelfs als deze of een andere vervoerder, die deze vreemdelingen uit derde landen naar hun land van bestemming zou brengen, weigert hen aan boord te nemen, of indien de autoriteiten van de staat van bestemming de toegang weigeren aan deze vreemdelingen uit derde landen, en hen naar België terugsturen, en indien de toegang in België wordt geweigerd. Het voorontwerp heeft ook betrekking op vreemdelingen die niet beschikken over de vereiste documenten en waar een onmiddellijke terugbrenging niet mogelijk is, omwille van redenen buiten de wil van de vervoerder om. Zo kan een materiële onmogelijkheid, bijvoorbeeld het niet onmiddellijk beschikbaar zijn van een vlucht, de onmiddellijke terugbrenging van een vreemdeling beletten. In deze gevallen is de vervoerder hoofdelijk aansprakelijk met de vreemdeling voor de betaling van diens kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen. Ten slotte zal in de gevallen waar een vervoerder, na herhaaldelijke pogingen tot overleg, moedwillig in gebreke blijft de vreemdeling terug te brengen, deze voortaan als enige aansprakelijk worden gesteld voor de betaling van de kosten van een door de Staat georganiseerde terugdrijving alsmede voor de betaling van de kosten van huisvesting, verblijf en gezondheidszorgen van de vreemdeling. (*) van 15 december 1980. (**) richtlijn 2001/51 van de Raad van de Europese Unie van 28 juni 2001.