Steunmechanisme voor de productie van elektriciteit door offshorewindmolenparken
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Energie Marie Christine Marghem een ontwerp van koninklijk besluit goed over de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit geproduceerd door offshorewindmolenparken.
Het ontwerp heeft als doel om, in het kader van de goedkeuring van de federale energiestrategie door de regering op 20 april 2018, de wijziging van het steunmechanisme voor de productie van elektriciteit geproduceerd door offshorewindmolenparken door te voeren, zoals voorzien door de ministerraad van 27 oktober 2017. Het ontwerp zorgt voor de volgende elementen:
- subsidieperiode voor een maximum van 63.000 ondersteunde FLH, over een periode van maximaal 17 jaar
- een LCOE (Levelized Cost of Energy) van 70 euro/MWh
- de ingebruikname van de parken vóór 1 januari 2021, en, daarmee samenhangend, het verstrijken van de ondersteuningsperiode op 31 december 2037 (deze laatste datum kan worden uitgesteld met het aantal maanden dat overeenstemt met de periode die zal zijn verstreken tussen 30 juni 2018 en de datum waarop het geplande koninklijk besluit effectief in werking zal treden)
Deze elementen werden in het bijzonder gemotiveerd door de aanzienlijke vermindering van de kosten voor de bouw van de offshorewindmolenparken, tegen 2020-2030 en daarna, de noodzaak om elke oversubsidiëring te vermijden en het belang van de consument.
Dit steunmechanisme heeft in het bijzonder betrekking op de domeinconcessies, waarvan de financial close vanaf 1 juli 2018 zal worden uitgevoerd (dit wil zeggen de laatste concessies, namelijk de 3 parken: Northwester 2, Mermaid et Seastar). Het zorgt voor de toekenning van een forfaitaire steun de eerste vijf exploitatiejaren op basis van een vermoedelijke productie van 4100 uren op vol vermogen. Het ontwerp voorziet tevens een incentive om parken aan te moedigen een deel van de te veel betaalde bedragen terug te betalen tijdens de ondersteuningsperiode.
De parken verbinden zich er vast toe om minstens een elektriciteitsvolume te produceren dat overeenstemt met een productie gedurende 63.000 uren op vol vermogen. In de verrekening van het elektriciteitsvolume dat steun geniet, wordt de productie waarvoor groenestroomcertificaten van 0 euro zijn verstrekt uitgesloten.
De minister van Energie is ermee belast om de Europese Commissie formeel te notifieren van het ontwerp, dat tevens voorgelegd zal worden aan het volgende Overlegcomité, evenals aan de Raad van State.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen