Stabiliteitsprogramma van België 2016-2019
In toepassing van de Europese regelgeving moet België uiterlijk tegen eind april een stabiliteitsprogramma overmaken aan de Europese Commissie. Het stabiliteitsprogramma van België, ingediend door de federale staat, de Gewesten en de Gemeenschappen legt de krachtlijnen en doelstellingen vast voor het begrotingsbeleid in de periode 2016-2019.
Om het stabiliteitsprogramma op te stellen, heeft de regering zich gebaseerd op het advies van de Hoge Raad van Financiën (HRF) van 12 april 2016. Dit stabiliteitsprogramma voorziet een structureel begrotingsevenwicht voor de gezamenlijke overheid in 2018 en sluit hiermee aan bij het vorig jaar ingediende stabiliteitsprogramma.
Voor België in zijn geheel zou het structureel saldo moeten verbeteren met 0,61% van het bbp in 2016, met 0,90% in 2017 en met 0,80% in 2018 om tot het structureel evenwicht te komen, oftewel het nieuwe niveau van het MTO (budgettaire middellange termijndoelstelling).
De federale regering gaat door met haar beleid van structurele hervormingen. Naast de hervormingen in de sociale zekerheid, meer bepaald voor pensioenen, heeft de federale regering werk gemaakt van een tax shift, die wordt vertaald door een verlaging van de sociale en fiscale lasten op arbeid. Tegen de herfst zou de arbeidsmarkt hervormd moeten zijn. Al deze hervormingen beantwoorden aan de aanbevelingen van de Europese Commissie en de Raad van de Europese Unie.
België heeft te kampen met de gevolgen van de asielcrisis en met het veiligheidsvraagstuk. Dit heeft ook een impact op de begroting van de verschillende overheden. De regering vraagt daarom om de kosten die verband houden met deze kwesties te analyseren binnen de flexibiliteitsclausule van het stabiliteits- en groeipact.
Na overleg met de gefedereerde entiteiten en het Overlegcomité is het stabiliteitsprogramma overgemaakt aan de Europese Commissie.