RKW-studie: Kinderbijslag betaald voor kinderen opgevoed buiten België (Tellingen 2007)
Jaarlijks voert de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) een studie "De buiten het Rijk opgevoede kinderen" uit. Deze studie geeft het detail van de kinderbijslag die ten laste van de werknemersregeling in het buitenland betaald wordt voor kinderen die buiten België opgevoed worden en voor wie in principe een persoon met een buitenlandse nationaliteit een recht opent. De tellingen 2007 analyseren de situatie op 31 december 2006. Als een persoon met een vreemde nationaliteit in België een recht op kinderbijslag opent, kan die bijslag betaald worden in het buitenland op grond van de Europese Verordeningen, op basis van een bilaterale overeenkomst tussen België en Turkije, Marokko, Tunesië, de landen van het vroegere Joegoslavië of Kroatië of via een afwijking op de kinderbijslagwet toegestaan door de minister van Sociale Zekerheid. Kinderen die op basis van de Europese Verordeningen een recht op kinderbijslag openen, genieten van dezelfde schalen als kinderen die in België verblijven. Kinderbijslag die uitgekeerd wordt in het kader van een bilaterale overeenkomst is in de meeste gevallen aanzienlijk lager dan de bedragen verschuldigd in België. Op 31 december 2006 werd zo voor een totaal bedrag van 44.891.787 EUR (of 1,24 % van de totale uitgaven van de werknemersregeling) kinderbijslag betaald voor 34.044 kinderen die buiten België werden opgevoed (of 1,80 % van het totale aantal kinderen in de werknemersregeling). Van die 34.044 kinderen gaven er 31.535 recht op kinderbijslag op grond van de EU-verordeningen (92,63 % van de kinderen opgevoed in het buitenland), 2.446 op basis van een bilaterale overeenkomst (7,18 %) en 63 op basis van een ministeriële afwijking (0,19 %). In het eerste geval betreft het voornamelijk kinderen van grensarbeiders uit Frankrijk en Nederland (samen goed voor 86,75 % van het totale aantal rechtgevende kinderen opgevoed in het buitenland). In de tweede groep zijn vooral kinderen uit Marokko vertegenwoordigd (6,34 % van het totaal). De belangrijkste conclusie van de Tellingen 2007 is dat de toename van het aantal rechtgevende kinderen dat opgevoed wordt buiten België wat lijkt afgeremd te zijn in vergelijking met de vorige jaren: in 2006 kende het aantal rechtgevende kinderen een stijging met 0,55 %, terwijl die toename nog 2,65 % bedroeg in 2005. Er tekenen zich echter twee tegengestelde tendensen af naargelang de rechtsgrond die het recht op kinderbijslag bepaalt. Zo blijft het aandeel rechtgevende kinderen dat opgevoed wordt in de Europese Unie stijgen (+ 1,49 % in 2006). Dat komt voornamelijk door de toename van het aantal Franse grensarbeiders, die genieten van een gunstig fiscaal regime. Het aandeel kinderen dat recht geeft op basis van een bilaterale overeenkomst blijft daarentegen afnemen (- 10,47 % in 2006), wat het gevolg is van een verdere daling van het aantal Marokkaanse rechthebbenden. De volledige studie kunt u nalezen in de newsrubriek op onze website www.rkw.be of onder de rubriek Publicaties - Statistieken. Voor bijkomende informatie over deze statistiek kunt u terecht bij: Sara Sevenants Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Dienst Research Tel. 02-237 25 33 sara.sevenants@rkw-onafts.fgov.be