Reglement van de Nationale Bank van België over macroprudentiële maatregelen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Vincent Van Peteghem een ontwerp van koninklijk besluit goed tot goedkeuring van het reglement van de Nationale Bank met betrekking tot twee macroprudentiële instrumenten.
Het ontwerp van koninklijk besluit keurt het aangepaste reglement van de Nationale Bank van België (NBB) goed dat de macroprudentiële kapitaalreserve aanpast op het vlak van:
- de kapitaalbuffer voor risico's met betrekking tot portefeuilles van hypothecaire leningen
- de contracyclische kapitaalbuffer
Kapitaalbuffer voor risico's met betrekking tot portefeuilles van hypothecaire leningen
De NBB verplicht de banken om een deel van hun kapitaal opzij te zetten om te garanderen dat zij in staat zijn een eventuele schok op de vastgoedmarkt op te vangen.
Rekening houdend met de vermindering van de risico's in de hypothecaire kredietportefeuilles en de recente daling van de overwaarderingsmaatregelen van de vastgoedprijzen, is de NBB van mening dat een zekere afbouw van deze kapitaalreserve gerechtvaardigd is. Het nieuwe reglement vermeldt een vermindering van deze kapitaalreserve van 2 miljard euro naar 1,3 miljard euro.
Contracyclische kapitaalbuffer
De contracyclische kapitaalbuffer is een aanvullende kapitaalreserve die risico's dekt die breder zijn dan hypothecaire kredietportefeuilles, bijvoorbeeld risico's in portefeuilles van bedrijfsleningen. Deze reserve is momenteel niet actief. Onverwachte verliezen door risico's die onder de waterlijn bleven toen de rente laag was, de krediet- en liquiditeitsvoorwaarden soepel en de activaprijzen hoog, zijn wel mogelijk.
Het opnieuw activeren van de contracyclische kapitaalbuffer zou de weerbaarheid van banken verhogen tegen mogelijk hoger dan verwachte verliezen. De nieuwe NBB-regelgeving vermeldt de activering van deze kapitaalreserve vanaf 1 oktober 2023, wat zal leiden tot de effectieve opbouw van een buffer naar €1,1 miljard op 1 april 2024 en naar €2,3 miljard op 1 oktober 2024.
Het ontwerp mag ter ondertekening aan de Koning worden voorgelegd.