Regeling van de private veiligheid - Tweede lezing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon in tweede lezing een voorontwerp van wet inzake de private veiligheid goed.
Het voorontwerp van deze nieuwe wet vloeit voort uit een grondige evaluatie van de huidige wetgeving zoals dit voorzien werd in het regeerakkoord. De wettekst wordt ter stemming neergelegd in het Parlement. Deze nieuwe wet zal de huidige wet van 10 april 1990 volledig vervangen en voorziet in een gemoderniseerde en vereenvoudigde regelgeving inzake de materie van de private veiligheid.
De private veiligheidssector speelt vanuit haar specialisatie en opgebouwde expertise op het vlak van technologie en kennis van bewaking en beveiliging een belangrijke rol in het globale veiligheidsbeleid.
De nieuwe wet voorziet in een uitbreiding van de sector van de private veiligheid, de activiteiten en de bevoegdheden ervan.
Zo breidt de sector van de private veiligheid uit met de installateurs van camerasystemen en zijn nieuwe bewakingsactiviteiten voorzien zoals sweepings (het doorzoeken van roerende en onroerende goederen naar bv. wapens, drugs of explosieven) en de bediening van technische middelen voor derden (bv. het besturen van drones of mobiele camerasystemen in opdracht van de politie).
Ook inzake de bevoegdheden van de bewakingsagenten zijn er belangrijke wijzigingen. Naast de bepaling van de algemene bevoegdheden van bewakingsagenten is er voorzien in een aantal situationele bevoegdheden op specifieke plaatsen of in specifieke situaties. Dit is ondermeer het geval voor plaatsen met een bijzonder veiligheidsrisico zoals nucleaire centra en luchthavens en voor situaties waarbij -al dan niet tijdelijk- een bijzondere dreiging heerst.
Gezien de belangrijkere rol voor de private ondernemingen in het veiligheidsgebeuren garandeert de nieuwe wet een adequaat toezicht op de kwaliteit en betrouwbaarheid van deze ondernemingen en haar personeel. Zo wordt bijzondere aandacht besteed aan een uitgebreide screening van de ondernemingen en het personeel en aan de noodzakelijke opleidingen en minimumvereisten voor het uitoefenen van bewakings- en beveiligingsactiviteiten.