Programma voor wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie
De ministerraad geeft op voorstel van minister van Defensie Steven Vandeput haar toestemming voor de nieuwe studies van het programma wetenschappelijk en technologisch onderzoek van Defensie.
Defensie organiseert een wetenschappelijk en technologisch (meerjaren)onderzoeksprogramma dat op strategische doelstellingen steunt en zich ontwikkelt langs een beperkt aantal onderzoeksassen in het domein van defensie en veiligheid. Het onderzoeksprogramma bevat in het totaal 71 studies. Het zal worden uitgevoerd in verschillende onderzoekscentra van Defensie (Koninklijke Militaire School, Defensielaboratoria...) en in het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, in samenwerking met de universiteiten in België en in het buitenland.
De behoeften op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek bij Defensie voldoen aan één van de drie volgende strategische doelstellingen:
- optimalisering van het academisch onderwijs van de Koninklijke Militaire School, federale universiteit en behoud van haar accreditatie
- steun aan het operationele niveau
- de ondersteuning van de besluitvorming
Alle studies van het onderzoeksprogramma 2016 kaderen in de strategische objectieven:
- de nieuwe onderzoeksprojecten voor 2016 hebben het voorwerp uitgemaakt van een objectieve selectie die steunt op hun wetenschappelijke waarde en hun opportuniteit. In totaal werden zestien nieuwe projecten opgenomen.
- de lopende studies worden jaarlijks geëvalueerd en worden, indien nodig, bijgestuurd of stopgezet. In het totaal worden er 48 studies voortgezet in 2016.
- zeven nieuwe interne studies KHID (Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie) worden gepland
Voor het onderzoek doet Defensie een beroep op 32 contractuele attachés, aangeworven via Selor. Voor de uitvoering van de nieuwe studies zijn vijf bijkomende onderzoekers noodzakelijk. Deze worden aangeworven onder een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Professoren, docenten en repetitoren van de Koninklijke Militaire School, officieren en officieren-geneesheren werken eveneens aan dit programma, hetzij als studiedirecteur, hetzij als onderzoeker.