Politioneel informatiebeheer
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon vier ontwerpen van koninklijk besluit goed betreffende het politionele informatiebeheer.
De eerste drie ontwerpen strekken ertoe de rechtstreekse toegang tot de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de geïntegreerde politie te bevestigen voor de controleorganen, namelijk het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten of ‘Comité P’, het Vast Comité van Toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten of ‘Comité I’, en het Controleorgaan of ‘COC’. Ze strekken er dus hoofdzakelijk toe een grotere transparantie te bieden inzake de toegangsregels voor deze controleorganen. Ze bepalen de modaliteiten voor de directe toegang tot de ANG, namelijk:
- de behoefte om te kennen
- de categorieën van personeelsleden die op basis van de uitoefening van hun opdrachten over een rechtstreekse toegang beschikken
- de geautomatiseerde verwerkingen die uitgevoerd worden op basis van de gegevens en informatie van de ANG
- de verplichting tot naleving van het beroepsgeheim door alle personen die rechtstreeks of onrechtstreeks kennisnemen van de gegevens en informatie van de ANG en de veiligheidsmaatregelen
Het vierde ontwerp betreft de mededeling van persoonsgegevens en operationele politiegegevens aan Interpol. In het ontwerp zijn de regels betreffende de internationale mededeling van gegevens van België aan Interpol en aan de politiediensten van de lidstaten van Interpol opgenomen. Deze regels hebben betrekking op:
- het kanaal om deze mededeling uit te voeren
- de evaluatie van de gegevens voorafgaand aan de mededeling
- de nadere regels met betrekking tot het opgeven van seiningen bij Interpol
De ontwerpen worden ter advies aan de Raad van State overgemaakt.
ontwerpen van koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 18 maart 2014 betreffende het politionele informatiebeheer en tot wijziging van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en het Wetboek van strafvordering