Overlegcomité keurt aanpak nationaal herstelplan goed
Het Overlegcomité heeft vandaag het startschot gegeven voor het Belgische ‘Plan voor Herstel en Veerkracht’. Er is een managementstructuur afgesproken waarbinnen de Federale Regering nauw zal samenwerken met de deelstaten. De eerste werkgroepen gaan deze week nog van start.
Op 20 juli bereikte de Europese Raad een akkoord over het Europees herstelplan van 337 miljard euro aan subsidies en 385 miljard euro aan leningen. Eerste Minister Alexander De Croo: “Ons land zal de komende twee jaar beroep kunnen doen op 3,4 miljard euro aan subsidies. Daar kan de jaren nadien nog eens 1,75 miljard bijkomen. We spreken dus over een behoorlijke smak geld van meer dan vijf miljard euro in totaal”.
“Een plan dat de toets van de Europese Commissie wil doorstaan, moet een plan zijn dat onze economie sterker maakt en vernieuwt. Samenwerking met de privésector is daarbij cruciaal zodat we de Europese middelen inzetten als een hefboom voor nieuwe groei. ‘Return on investment’ en jobcreatie staan centraal. We zullen vanuit deze optiek het plan ook laten doorrekenen door het Planbureau en de Nationale Bank.”
Kwaliteit en samenhang
Aan de Europese subsidies zijn duidelijke voorwaarden gekoppeld. Staatssecretaris voor Relance, Thomas Dermine: “De kwaliteit en samenhang van ons nationaal plan zal allesbepalend als we aanspraak willen maken op Europees geld. De Europese Commissie wikt en beschikt na advies van het Economisch en Financieel Comité waarin alle lidstaten zetelen. Vandaar het belang van de aanpak die we vandaag hebben afgesproken. De federale en deelstaatregeringen zullen zij-aan-zij samenwerken in vijf thematische werkgroepen. Onze projecten moeten elkaar onderling versterken, ongeacht in welke uithoek van het land ze worden gerealiseerd.”
Tweede belangrijke punt is dat de investeringen ook moeten samengaan met hervormingen.
“De koppeling van investeringen aan hervormingen is de politieke kern van het Europees herstelplan. Europa zal de verschillende subsidie-schijven pas uitbetalen indien een lidstaat ook vooruitgang boekt in bijvoorbeeld arbeidsmarkt, pensioenen of het verminderen van de CO2-uitstoot. Die werkpunten voor elke lidstaat zijn terug te vinden in Europees semester en het nationale klimaatplan”, vervolgt Alexander De Croo.
De Federale Regering wil in de komende weken een eerste versie van het plan klaar hebben om het te bespreken met de Europese Commissie. Tegen het einde van het jaar moet ook een intra-Belgische verdeelsleutel klaar zijn die een goede regionale spreiding van de projecten verzekert. Tegen april moet een finale versie naar Europa.
“Daar houdt de strakke timing echter niet op. Tegen eind 2023 moeten we de bedragen vastleggen en de investeringen zelf moeten afgerond zijn tegen eind 2026. Dat is buitengewoon ambitieus wanneer we het hebben over infrastructuurwerken,” verduidelijkt Thomas Dermine.
Vijf thematische werkgroepen
Het Staatssecretariaat voor Relance en Strategische Investeringen is aangeduid als technisch contactpunt met de Europese Commissie voor de verdere ontwikkeling van het Belgische herstelplan.
Ter voorbereiding van het plan worden vijf thematische werkgroepen opgezet: klimaat, digitaal, mobiliteit, mens & samenleving en productiviteit. Er worden ook drie transversale werkgroepen actief: financiën en begroting, economische impact en de internationale uitstraling.
De vijf thematische en drie transversale werkgroepen zullen rapporteren aan het politiek begeleidingscomité dat uit 23 leden van de federale en de deelstaatregeringen zal bestaan. De uiteindelijke goedkeuring van het nationale plan gebeurt in het overlegcomité.
"De eerste werkgroepen komen deze week nog bijeen", besluit Staatssecretaris Dermine.