Overheid mag gegevens maar één keer meer opvragen
Federale overheidsdiensten mogen voortaan geen gegevens van burgers en bedrijven meer opvragen die al bij de overheid ter beschikking zijn. De Ministerraad keurde daartoe vanmorgen de wet rond unieke gegevensverzameling goed.
Via ‘authentieke bronnen’ (de dienst die de oorspronkelijke gegevens opvraagt en beheert) en de kruispuntbanken kunnen federale overheidsdiensten binnen de eigen organisatie al heel wat gegevens vinden die ze nodig hebben. Daarvoor kunnen ze het rijksregisternummer (personen) of ondernemingsnummer (bedrijven) gebruiken. Toch gebeurt het nog te vaak dat burgers en bedrijven meerdere keren dezelfde informatie moeten doorgeven aan verschillende federale overheidsdiensten. Dat is dubbel werk voor zowel de klanten als de diensten.
Door deze nieuwe wet mogen de diensten gegevens die al beschikbaar zijn binnen de federale overheid niet meer opnieuw vragen aan burgers en bedrijven. Zij moeten de bestaande gegevens opzoeken in de databanken. Het hergebruik van beschikbare gegevens leidt vanzelfsprekend tot een vermindering van de administratieve lasten, verbetert de dienstverlening en verhoogt de efficiëntie van de federale overheid.
De wet kent meteen ook dezelfde waarde toe aan elektronische formulieren als aan papieren formulieren. Zo wordt het gebruik van elektronische formulieren verder gepromoot. Voorwaarde is wel dat elektronische formulieren zo moeten ontworpen zijn dat ze ook de toets van het only once-prinicpe doorstaan.
Volgens Minister van Administratieve Vereenvoudiging Olivier Chastel versterkt deze wet het wettelijk kader van de unieke gegevensinzameling door het principe ervan te veralgemenen naar alle diensten die afhangen van de federale overheid.
Olivier Chastel: “Deze versterking komt er door een verbetering van de kwaliteit van de ontvangen gegevens en door de ontwikkeling van een betere gegevensuitwisseling tussen de diensten die gegevens verschaffen enerzijds en Fedict en de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid die de gegevens integreren anderzijds.”
Staatssecretaris Hendrik Bogaert ziet dankzij het only once-principe enorme mogelijkheden voor een verbeterde dienstverlening ontstaan: “Meer en meer moeten we vooraf ingevulde formulieren kunnen bezorgen die burgers en bedrijven enkel nog moeten aanvullen of verbeteren. Ik denk in eerste instantie aan de vele uitgebreide enquêtes die ondernemingen moeten invullen. Vaak hernemen die dezelfde gegevens. Die niet telkens opnieuw moeten invullen, betekent een enorme tijdswinst.”
Laurette Onkelinx: “Op het gebied van sociale zekerheid was de in 1990 opgerichte Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) een voorloper om het zogenoemde “only once” principe toe te passen, waarbij de gegevens éénmalig worden verzameld en hergebruikt. Als dienstenintegrator verbindt hij in zijn netwerk alle gegevens van de openbare socialezekerheidsinstellingen met elkaar, zodat het beleid, bijvoorbeeld inzake socialefraudebestrijding, doeltreffender kan worden. Het vermindert tevens aanzienlijk de administratieve lasten voor de bedrijven en de sociaalverzekerden. Met dit voorontwerp van wet bevestigt men de verankering van het “only once” principe in de KSZ in de mate dat de socialezekerheidsinstellingen de gegevens die al in het netwerk beschikbaar zijn niet meer bij de betrokkene moet opvragen.”