Oprichting Raad voor de mensenrechten
Op 15 maart heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met een overweldigende meerderheid de resolutie aanvaard tot oprichting van de Raad voor de Mensenrechten. Deze laatste vervangt de bestaande VN Commissie voor de Mensenrechten. De oprichting van dit nieuw orgaan kadert in de hervormingen van de Verenigde Naties waartoe besloten werd in september 2005.
Op 15 maart heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met een overweldigende meerderheid de resolutie aanvaard tot oprichting van de Raad voor de Mensenrechten. Deze laatste vervangt de bestaande VN Commissie voor de Mensenrechten. De oprichting van dit nieuw orgaan kadert in de hervormingen van de Verenigde Naties waartoe besloten werd in september 2005.
Brussel 16 maart 2006. Op 15 maart heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met een overweldigende meerderheid de resolutie aanvaard tot oprichting van de Raad voor de Mensenrechten. Deze laatste vervangt de bestaande VN Commissie voor de Mensenrechten. De oprichting van dit nieuw orgaan kadert in de hervormingen van de Verenigde Naties waartoe besloten werd in september 2005. Voor Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht had deze hervorming ten voordele van de bescherming van de mensenrechten nog doortastender en ingrijpender moeten zijn. "Ik ben weliswaar tevreden over de mogelijkheid die erin bestaat dat de nieuwe Raad het hele jaar door gevat kan worden, bijvoorbeeld om een acute crisissituatie aan te pakken, maar een permanente raad zou verkieselijk geweest zijn. Bovendien hoop ik dat de procedure voor de samenstelling van dit orgaan zal beletten dat echte probleemlanden inzake mensenrechten nog langer kunnen verkozen worden. Het blijft jammer dat deze verkiezing met een absolute meerderheid van de leden van de Algemene Vergadering gebeurt in plaats van met een twee derde meerderheid, die in dit opzicht meer garanties zou bieden", aldus de Minister. "Het respect van de Mensenrechten ligt mij bijzonder nauw aan het hart en in dat opzicht gaat het hier volgens mij potentieel om een belangrijke stap. De praktijk zal evenwel moeten uitmaken of het echt om een grote stap in de goede richting gaat, omdat dit ultiem blijft afhangen van de invulling die leden van de Raad eraan zullen geven", aldus tot slot Minister De Gucht.