Opleidingsinstituut voor de rechterlijke orde
Opleidingsinstituut voor de rechterlijke orde: voor een kwaliteitsvolle justitie en beter opgeleid gerechtelijk personeel
Opleidingsinstituut voor de rechterlijke orde: voor een kwaliteitsvolle justitie en beter opgeleid gerechtelijk personeel
Op voorstel van minister van Justitie Laurette Onkelinx ging de ministerraad akkoord met het voorontwerp van wet betreffende de gerechtelijk opleiding en de oprichting van het Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde. De modernisering van het gerechtelijk apparaat vereist gerechtelijk personeel dat over specifieke en kwalitatief hoogstaande beroepsbekwaamheden moet beschikken. Daarom is het noodzakelijk dat men aan de magistratuur en aan het personeel dat ze ondersteunt bij haar rechterlijke opdracht een permanente opleiding verschaft. De installatie van de Hoge Raad voor de Justitie maakte een professionalisering van de opleiding van de magistraten en de stagiairs reeds mogelijk en zoals blijkt uit het huidige aanbod, is deze opleiding in de loop der jaren verder ontwikkeld en meer gestructureerd. Het voorontwerp gaat nog verder in de professionalisering van deze opleiding, niet alleen voor de magistraten maar eveneens voor al het gerechtelijk personeel. Het voorontwerp streeft een dubbele doelstelling na: - Het geeft de magistraten recht op het volgen van een permanente opleiding gedurende 5 werkdagen per gerechtelijk jaar. Deze verplichte opleiding is voorzien voor al degenen die een specifiek mandaat bekleden, in overeenstemming met artikel 259sexies van het Gerechtelijk Wetboek. - Het institutionaliseert de oprichting van een Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde, een onafhankelijk federaal orgaan, belast met de opleiding van de magistraten van de Rechterlijke Orde en van de niet-magistraten. Het feit dat het Instituut zowel bevoegd is voor de magistratuur en de gerechtelijke stagiairs als voor het gerechtelijk personeel, biedt meerdere voordelen. De middelen kunnen veel efficiënter worden ingezet en het opleidingsbeleid voor deze twee groepen kan op elkaar worden afgestemd. In de praktijk kunnen beide groepen bovendien niet zonder elkaar werken. Ze vormen allebei een schakel van het gerechtelijk apparaat. Bepaalde gemeenschappelijke opleidingen zullen ook een positieve invloed kunnen hebben op de teamgeest en de wederzijdse contacten tussen verschillende culturen doen toenemen. Wat zullen de opdrachten zijn van het Opleidingsinstituut voor de Rechterlijke Orde? Algemeen zal dit federale en onafhankelijke instituut belast worden met de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van de opleidingsprogramma's. Voor het uitvoeren van de opleidingen zal het Opleidingsinstituut openbare aanbestedingen kunnen afsluiten of contracten en akkoordprotocollen met het Opleidingsinstituut van de federale Administratie, met de FOD Justitie en andere instellingen, organisaties of verenigingen die opleiding als doel hebben (bijvoorbeeld de academische wereld, de VDAB, BGDA en FOREM). Het directiecomité, samengesteld uit een directeur voor de gerechtelijk opleiding, ondersteund door twee adjunct-directeurs, zal voor het uitoefenen van haar opdrachten genieten van de steun van een multidisciplinair 'wetenschappelijk comité' van 17 leden, waarin de vertegenwoordigers van de rechtsbeoefenaars en van de academische wereld vertegenwoordigd zullen zijn. Van haar kant zal de Hoge Raad voor de Justitie belast worden met het opstellen van richtlijnen inzake het opleidingsbeleid van de magistraten. Het opleidingsinstituut zal bovendien belast worden met de organisatie en de opvolging van de gerechtelijk stages. In het wetsontwerp tot wijziging van de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de toegang tot de magistratuur werd een Nederlandstalige en een Franstalige commissie ingesteld bij de Hoge Raad voor de Justitie. Deze commissies voor de evaluatie van de gerechtelijke stagiairs zullen worden overgeheveld naar het Opleidingsinstituut. Een gewaarborgd werkingsbudget. Het instituut zal over eigen middelen beschikken die het autonoom zal beheren, onder het toezicht van twee regeringscommissarissen. De budgettaire middelen worden verstrekt door de kredieten die ingeschreven staan op het administratieve budget van de Federale Overheidsdienst Justitie. Het beheer van de middelen wordt volledig overgelaten aan het instituut. Het is belangrijk dat het beschikt over een gegarandeerd budget, zodat het op volledig autonome manier kan beslissen over de inhoud en de organisatie van de opleiding, inclusief het personeelsbeheer. Binnen de vijf jaar is voorzien dat dit budget gelijk is aan 1,9% van de jaarlijkse totale loonkost. Dit percentage zal progressief worden bereikt: het zal 0,9% bedragen gedurende het eerste jaar en gedurende de 4 daarop volgende jaren elk jaar met 0,25% toenemen. Dit nieuwe initiatief dat kadert binnen het globale moderniseringsproject van justitie, geeft een krachtige impuls voor een gerechtelijke opleiding die meer geprofessionaliseerd is en van een hoogstaande kwaliteit. De gerechtelijke opleiding centraal stellen in de loopbaan van de magistraten en het gerechtelijk personeel (basisopleiding, permanente opleiding en loopbaanbegeleiding) zal ook een efficiëntere werking van het gerechtelijk apparaat mogelijk maken.