Grensoverschrijdende samenwerking in politie- en douanezaken
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie en de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het Verdrag en de Regering van de Franse Republiek betreffende de grensoverschrijdende samenwerking in politie- en douanezaken (*).
Op voorstel van de heer Louis Michel, Minister van Buitenlandse Zaken, mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie en de heer Patrick Dewael, Minister van Binnenlandse Zaken, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het Verdrag en de Regering van de Franse Republiek betreffende de grensoverschrijdende samenwerking in politie- en douanezaken (*).
Deze overeenkomst beoogt voornamelijk nadere samenwerkingsregels te bepalen in het grensgebied tussen beide landen, in uitvoering en met inachtneming van de beginselen van de Schengen-Overeenkomst. Het doel van de overeenkomst bestaat erin een grensoverschrijdende samenwerking in te stellen om de strafbare feiten te voorkomen en gemakkelijker te bestrijden in het grensgebied bepaald door ieder van beide partijen. De overeenkomst gaat niet verder dan de verbintenissen aangegaan in de Schengen-Overeenkomst en beperkt zich tot de politie -en douanesamenwerking. Het was de wens van de Franse Partij om aan de Frans-Belgische grens een centrum voor politie-en douanesamenwerking op te richten, zoals aan haar andere grenzen. Dergelijke centra zijn reeds operationeel aan de grenzen van Frankrijk met Duitsland, Italië en Spanje. Tot op heden heeft België aan haar grenzen een strategie ontwikkeld die gebaseerd is op de informatie-uitwisseling tussen de operationele invalspunten aan elke kant van de grens. Het principe van de oprichting van gemeenschappelijke centra voor politie -en douanesamenwerking, waar de politiemensen van beide landen samenwerken in hetzelfde gebouw, werd aanvaard. De overeenkomst heeft uitsluitend betrekking op de politie -en douanesamenwerking. De gerechtelijke samenwerking valt niet onder deze overeenkomst De politieoverheden kunnen rechtstreeks informatie uitwisselen, zonder tussenkomst van de justitiële autoriteiten en zonder bevestiging van het verzoek om hulp door een rechtshulpverzoek. Deze rechtstreekse politiebijstand is uitgesloten van zodra het inwilligen van het verzoek dwangmaatregelen inhoudt. Deze uitwisseling gebeurt overeenkomstig artikel 39 van de Schengen-Overeenkomst en met inachtneming van de principes inzake bescherming van het privé-leven. Van Belgische kant zijn de politie -en douaneautoriteiten en -diensten bevoegd. De douane neemt deel aan het akkoord overeenkomstig haar wettelijke en reglementaire bevoegdheden in de niet-fiscale zaken en meer in het bijzonder wat haar bevoegdheden betreft die handelen over sluikhandel in verdovende middelen en psychotrope stoffen, handel in wapens en explosieven, en het illegaal vervoer van giftige en schadelijke afvalstoffen. De samenwerking heeft betrekking op de strikte naleving van alle verboden en beperkingen van het grensoverschrijdend verkeer. De grensoverschrijdende samenwerking zal (**) gericht zijn op de bestrijding van de illegale immigratie, de grensoverschrijdende criminaliteit en de sluikhandel, alsook ter voorkoming van de bedreigingen van de openbare orde. Artikel 5 bepaalt de prioriteiten van de samenwerking. (*) ondertekend te Doornik op 5 maart 2001. (**) onder meer overeenkomstig artikel 5.