Zelfstandigen
Uitkeringsverzekering en moederschapsverzekering voor zelfstandigen
Uitkeringsverzekering en moederschapsverzekering voor zelfstandigen
De ministerraad stemde in met een ontwerp van koninklijk besluit dat het koninklijk besluit van 20 juli 1971 wijzigt met betrekking tot de instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen. Het voorstel werd ingediend door minister van Sociale Zaken Rudy Demotte en minister van Middenstand Sabine Laruelle. Het koninklijk besluit van 20 juli 1971 bepaalt dat de meewerkende echtgenoot of partner moet aangesloten zijn bij dezelfde verzekeringsinstelling als de gerechtigde zelfstandige. Sinds 1 januari 2003 zijn de meewerkende partijen verplicht onderworpen aan de uitkeringsverzekering (mini-statuut) en kunnen ze zich vrijwillig onderwerpen aan de andere sectoren (maxi-statuut). Op 1 juli 2005 is deze volledige onderwerping verplicht geworden. Het ontwerp voorziet voortaan dat de meewerkende echtgenoot of partner die het maxi-statuut geniet, vrij is zich aan te sluiten bij een verzekeringsinstelling naar keuze. De meewerkende echtgenoot of partner die slechts het mini-statuut geniet (uitkeringsverzekering) moet bij dezelfde verzekeringsinstelling zijn aangesloten als de gerechtigde zelfstandige bij wie hij/zij meewerkende partij is. De toekenning van de uitkeringen wordt stopgezet zolang de gerechtigde niet voldoet aan de controleverplichtingen welke hem door ieder daartoe bevoegde persoon worden opgelegd. Het ontwerp verduidelijkt eveneens de voorwaarden waaronder een schadeloosgestelde gerechtigde zelfstandige in het buitenland mag verblijven zonder dat er een einde wordt gesteld aan zijn arbeidsongeschiktheid. Dankzij deze wijzigingen wordt de uitkeringsverzekering aangepast aan de algemene evolutie van de maatschappij naar meer autonomie voor het individu, naar sancties die in verhouding staan tot de overtreding en naar vrij verkeer.