Samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed rond de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen.
Op voorstel van mevrouw Laurette Onkelinx, Minister van Justitie, keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed rond de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen.
De overeenstemming van het Belgisch recht met de bepalingen van het Statuut van Rome van het Internationaal Strafgerechtshof, betreffende de samenwerking tussen de Staten die Partij zijn en het Internationaal Strafgerechtshof, vormt de tenuitvoerlegging van de nieuwe internationale verplichtingen die voor België voortvloeien uit de bekrachtiging van het Statuut van Rome, op 28 juni 2000. De aanpassing van het nationale recht aan het Statuut van het Internationaal Strafgerechtshof biedt België bijgevolg de mogelijkheid zijn verplichtingen inzake de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof in acht te nemen. Op het vlak van de samenwerking met bepaalde internationale rechtscolleges beschikt België reeds over een wet waarin de samenwerking met de ad-hocrechtbanken voor Rwanda en ex-Joegoslavië is geregeld (*). Teneinde het geheel van de bepalingen betreffende de samenwerking tussen België en de internationale straftribunalen samen te brengen, heeft het ontwerp van wet tot doel de inhoud van hogervermelde wet (*) op te nemen, mits een aantal aanpassingen. De nieuwe wet (die twee titels bevat) regelt de samenwerking tussen de Belgische autoriteiten en enerzijds het Internationaal Strafgerechtshof en anderzijds de Internationale Straftribunalen. (*) Het gaat om de wet van 22 maart 1996 betreffende de erkenning van en de samenwerking met het Internationaal Tribunaal voor ex-Joegoslavië en het Internationaal Tribunaal voor Rwanda.