Federale Beleidsverklaring
Ons land ondergaat voor het derde jaar op rij de economische laagconjunctuur. Drie jaar na elkaar bleef de groei in ons land onder de 1 %. In drie jaar tijd kwamen er 70.000 werklozen bij.
Ons land ondergaat voor het derde jaar op rij de economische laagconjunctuur. Drie jaar na elkaar bleef de groei in ons land onder de 1 %. In drie jaar tijd kwamen er 70.000 werklozen bij.
Wat we niet mogen doen, is in paniek slaan. Wilde besparingen doorvoeren of torenhoge tekorten opbouwen. We moeten integendeel de centen stevig blijven bewaken, zonder evenwel de zuurstof uit de economie te halen. Ook ons land heeft al enkele flinke klappen gekregen. Enkele grote sociale drama's die bovendien vele kleine verbergen. Er is dan ook maar één prioriteit voor deze regering: werk, werk én nog eens werk. Dat veronderstelt eerst het onderkennen van een aantal pertinente vaststellingen. Ten eerste, dat België in vergelijking met de rest van Europa een jobachterstand kent. Nergens werken zo weinig mensen tussen 50 en 65 jaar als in België. En nergens moeten diegenen die wel werken zo hard werken als bij ons. Die toestand is onhoudbaar. Ten tweede. België is een land van hoge lonen. En dat moet zo blijven. We moeten evenwel vermijden een land van te hoge lonen te zijn. We moeten ons niet vergelijken met Tunesië, Polen of China, maar wel met Duitsland, Frankrijk of Nederland. Het probleem in ons land is niet dat de mensen te veel verdienen, wel dat de lasten op de lonen te hoog zijn. Onze mensen mogen goed verdienen. Ze hebben recht op een goede sociale bescherming. Maar het is niet langer houdbaar dat ons land in Europa tot de groep van landen behoort waar de lonen de zwaarste fiscale en parafiscale lasten dragen. Ten derde. Als we onze welvaart willen handhaven, dan moet de meerwaarde komen van kennis, creativiteit, innovatie. Dat noodzaakt massa's ingenieurs, kunstenaars, hoogtechnologische spin-offs van onze universiteiten, briljante ideeën en creatieve momenten, maar ook automecaniciens die weet hebben van GPS, of vuilnisophalers die thuis zijn in de laatste technieken van recyclage. Dat noodzaakt meer scholing, meer opleiding, meer vorming. Meer inspanningen voor wetenschapsbeleid en technologisch onderzoek. Meer vakbekwaamheid ook, meer professionalisme. Het zijn die uitdagingen die centraal stonden in de Werkgelegenheidconferentie. De bedrijfsleiders en de vakbonden, de gewesten en de gemeenschappen, de minister van Werk en Pensioenen Frank Vandenbroucke zou ik in ieder geval willen danken voor de bereikte resultaten. De afgesproken maatregelen moeten tegen 2007 zestigduizend mensen meer aan het werk helpen. Tussen nu en 2010 zullen in de bedrijven driehonderd zestig duizend werknemers meer een opleiding aangeboden krijgen. En vanaf volgend jaar hebben de werkgevers er zich toe geëngageerd 10.000 mensen in de zogenaamde knelpuntberoepen op te leiden. Dat alles wordt mogelijk door een batterij maatregelen die inspelen op zowat alle aspecten van de werkgelegenheid. We moeten het aanbod verbeteren. We moeten het beter laten aansluiten op de vraag. We moeten de kostprijs verminderen. En we moeten meer doen voor vorming en opleiding. De regering zal op kruissnelheid bijna één miljard euro, bijna veertig miljard oude Belgische franken extra uittrekken voor lasten- en belastingsverlagingen. De vermindering van de patronale bijdragen wordt uitgebreid tot alle brutolonen beneden 1956 euro. Ook de structurele lastenverlaging wordt nog eens verhoogd tot 400 euro per trimester. De bijdrageverminderingen voor deeltijdse arbeid zullen worden versterkt. En om het aantal kennisjobs aan te zwengelen en te vermijden dat ze naar het buitenland uitwijken zal op het bovenste deel van de hogere brutolonen eerst een vermindering van 1,7 procent en later van 6 procent op de werkgeversbijdragen worden doorgevoerd. Omdat vandaag vaak jongeren het eerste slachtoffer zijn van de economische crisis, wordt hun lastenverlaging voortaan systematisch toegekend aan alle werknemers beneden de 26 jaar. Voorwaarde is wel dat de betrokken werkgever voldoet aan de startbaanverplichting. De regering trekt ook 83 miljoen euro extra uit voor het goedkoper maken van nacht- en ploegenarbeid. Daarmee willen we een bijdrage leveren aan de industriële toekomst van het land. We willen immers alle kansen blijven geven aan de tewerkstelling in de industrie. De toekomst van de Belgische economie vernauwen tot diensten alleen zou heel onverstandig zijn. We gaan niet mee met de doemdenkers, die, naar aanleiding van de afdankingen van Ford Genk, orakelen dat er voor jobs in de industrie geen plaats meer zou zijn in ons land. Bij dat alles worden ook middelen vrijgemaakt voor de sociale economie. Samen met de maatregelen die de gewesten zullen nemen moet dat leiden tot 12.000 nieuwe jobs tegen 2007. Ook de bijdragevermindering voor de non-profit zal worden verhoogd, met in totaal 37 miljoen euro in 2004 en nogmaals 77 miljoen euro in 2005. Dat moet tegen 2005 leiden tot vijfduizend nieuwe arbeidsplaatsen. Een tweede pakket maatregelen slaat op vorming en opleiding in de bedrijven. Er werd tussen de sociale partners de afspraak gemaakt om tegen 2004 tot een globale vormingsinspanning van 1,9 % van de loonmassa te komen. Er is ook een engagement om te komen tot een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt, om competenties die een werknemer tijdens zijn beroepsleven verwerft veel meer te laten doorwegen dan zijn diploma, en om tegen eind januari 2004 nieuwe voorstellen uit te werken inzake inloopbanen en alternerend leren. Tenslotte engageren zij zich er toe om tegen 2006 aan alle werkzoekenden een individuele trajectbegeleiding naar een baan voor te stellen. In een derde reeks maatregelen trekt de regering, via bijzondere bijdrageverminderingen, vijftig miljoen euro uit om werkgevers en werknemers bij herstructureringen te stimuleren samen nieuw werk te zoeken voor werknemers waarvan de job verdwijnt. Een vierde reeks maatregelen versterkt, vereenvoudigt en versoepelt de dienstencheques wat tegen eind 2005 25.000 extra-banen moet scheppen, met name in de thuishulp voor huishoudelijke activiteiten. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar het doorstromen van de vele duizenden werkzoekenden die thans onder het PWA-stelsel vallen. Een vijfde pakket maatregelen is gericht op de strijd tegen sociale fraude, in de eerste plaats dan het zwartwerk en de schijnzelfstandigheid. Daartoe zal onder meer de samenwerking van de vier sociale inspectiediensten worden versterkt. In dat kader werkt de regering ook aan een nieuw beleid dat fraude en misbruik van sociale uitkeringen zal bestrijden. Bij dit alles zijn de diverse overheden overeengekomen om werk te maken van een systematische strijd tegen alle vormen van discriminatie in de toegang tot de arbeid. Een laatste reeks maatregelen heeft betrekking op het overboord gooien van nodeloze administratieve formaliteiten. Zo zullen de tewerkstellingsgegevens bij de bedrijven voortaan beschikbaar worden gesteld via de elektronische multifunctionele aangifte, zodat het systeem van de sociale balansen kan worden afgebouwd. Tenslotte zal de regering ook alle steun verlenen aan het initiatief van de gewesten om dit najaar een samenwerkingsakkoord af te sluiten om de mobiliteit van werkzoekenden te versterken over de grenzen van de regio's heen. Tot daar het pakket maatregelen voor meer werk dat de banenconferentie opleverde. De regering maakt dit pakket integraal tot het hare. Ons engagement is het, dit pakket voor het einde van het jaar in de praktijk om te zetten. En ik ben er van overtuigd dat we hiervoor ook op de volle medewerking van de oppositie zullen kunnen rekenen. Is die batterij maatregelen nu voldoende? Vanzelfsprekend niet. Om werk te creëren kunnen nooit voldoende middelen worden ingezet. De regering en de sociale partners zullen dus ook na de conferentie blijven werken aan nieuwe hervormingen op de arbeidsmarkt. Deze batterij tewerkstellingsmaatregelen vormt wel de basis van de begroting 2004. Na een derde zwak economisch jaar op rij was het geen sinecure een begroting op te maken. We hadden, zoals onze buurlanden, een tekort kunnen aanvaarden. Samen, liberalen, socialisten en Spirit, hebben wij verkozen dit niet te doen. De herinnering aan het verleden, waarin ons land door enkele jaren van roekeloos budgettair beleid zich twintig jaar sanering op de hals haalde, ligt nog te vers in het geheugen. Die uitgesproken keuze voor het begrotingsevenwicht past in de duidelijke taal die de kiezer op 18 mei gesproken heeft. Hij heeft liberalen en socialisten versterkt. De kiezer heeft de twee grootste formaties samen aan de macht gebracht. Ik begrijp het mandaat van 18 mei dan ook als een opdracht. De kiezer heeft impliciet gevraagd dat wij samen de komende vier jaar de krijtlijnen voor de volgende decennia zouden uitzetten. Minder wordt van ons niet verwacht. Daarom kunnen wij vandaag aankondigen dat ons land voor de vijfde maal geen begrotingstekort zal laten optekenen. Het is een prestatie waarvan zeker ook de minister van Begroting Johan Vande Lanotte en de minister van Financiën Didier Reynders de eer mogen opeisen. Ook voor 2003 blijven de cijfers positief, hoewel we zelf, bij de vorming van de regering, daar eerder sceptisch over waren. Ik wil daarbij nogmaals benadrukken dat we die resultaten niet halen door zuurstof uit de economie te halen, integendeel. Naast de bijkomende lastendaling op arbeid, gaat de volgende fase van de verlaging van de personenbelasting onverkort door. Tegelijkertijd hopen we op een terugkeer van kapitalen om onze economie te stimuleren. En om aan de Europese bezwaren tegemoet te komen zal het wetsontwerp over de eenmalige bevrijdende aangifte ook slaan op kapitalen die na juni 2003 in het buitenland geplaatst blijven. Er komt een algemene aanslagvoet van 9 procent. Een tarief van 6 % zal gelden voor die bedragen die minstens drie jaar in de economie worden geïnvesteerd. Ik zal natuurlijk niet ontkennen dat we een meevaller hebben gekend bij onze begrotingswerkzaamheden. Zonder de beursgang van Belgacom hadden we in 2003 een tekort van 0,9 procent en in 2004 een tekort van 0,4 procent moeten laten optekenen. Dit zouden overigens, vergeleken bij onze buurlanden, nog steeds uitstekende cijfers zijn. Maar in wezen hoeven we die oefening niet eens te doen. Want tegenover deze meevaller stonden zoals altijd ook tegenvallers. En bovendien passe we gewoon de Europese regels toe zoals alle andere lidstaten bij zulke operaties. Het kapitaal van het pensioenfonds van Belgacom zullen we overigens toewijzen aan het Zilverfonds, dat op die manier zijn positie als waarborg voor de pensioenen versterkt ziet. Ik ontken niet dat deze begroting voor mij een heel bijzondere persoonlijke betekenis heeft. Ik herinner me 1985 toen ik minister van begroting onder Wilfried Martens werd, - da joenk zo werd ik toen genoemd -, de staatsschuld bedroeg toen meer dan 120 procent. Later is dat nog opgelopen tot meer dan 130 procent. Welnu, binnen enkele maanden zal voor het eerst sinds meer dan twintig jaar de totale schuldenberg van de Belgische overheden opnieuw onder de 100 % van het bruto binnenlands product duiken. De paarse regering wil met deze begroting evenwel nog meer knopen uit het verleden ontwarren. Zo start de federale regering op 6 november een conferentie over een grondige hervorming van het sociaal statuut van de zelfstandigen. De regering engageert zich daar een nieuw volwaardig pensioenstelsel voor zelfstandigen voor te stellen, via een kapitalisatiesysteem. Hun kleine risico's in de gezondheidszorg willen we mee opnemen in de verplichte verzekering. En het verzekeringskarakter van de vergoedingen voor arbeidsongeschiktheid en invaliditeit willen we versterken. In de sociale zekerheid en de gezondheidszorgen volgen we integraal de afspraken van het regeerakkoord. Het programma voor welvaartsaanpassingen voor de oudste pensioenen wordt voortgezet, en het leefloon zal worden aangepast. Door een verhoging van de alternatieve financiering garanderen we het evenwicht van het stelsel en een reële toename van de uitgaven voor gezondheidszorgen met 4,5%. Hiermee zullen we naar de woorden van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte als een goede huisvader onze gezondheidszorgen beheren, zodat ons stelsel tot de beste ter wereld kan blijven behoren. Om te zorgen dat dit ook zo blijft gaan wij de terugbetaling verbeteren van onder meer bepaalde tandheelkundige zorgen, van dure medische materialen en implantaten, en van de zware kinesitherapie. Er komen ook initiatieven inzake contraceptie bij jongeren en nieuwe maatregelen ten voordele van chronische zieken. De regering zal volgend jaar ook beduidend meer middelen ter beschikking stellen van justitie en politie. De minister van Justitie, Laurette Onkelinx, bereidt een nieuwe reeks hervormingen voor. Die hebben tot doel een bredere toegang tot de Justitie te waarborgen voor de mensen die dat financieel moeilijk kunnen dragen. Ook zullen wij het verouderd taalgebruik en de overbodige en verouderde procedures tegengaan. Justitie moet vooral snel kunnen ageren. De minister zal concrete voorstellen neerleggen om de gerechtelijke achterstand te bestrijden. Vooral voor Brussel zullen op korte termijn tijdelijke maatregelen worden genomen. Inzake het gevangenisbeleid zal de aanvaarding van een meerjarenplan, waaraan alle betrokken departementen zullen deelnemen, toelaten de omkadering te versterken. Er komen nieuwe voorstellen inzake voorlopige hechtenis, alternatieve straffen en elektronisch toezicht. Het is onze opdracht de burgers weer vertrouwen te doen krijgen in de justitie. Daarom zullen we nog meer aandacht schenken aan de verbetering van de situatie van het slachtoffer, onder meer door hem of haar een betere opvang en een beter onthaal te bezorgen. Daarnaast dringt de regering er bij het parlement op aan drie belangrijke instrumenten in de strijd tegen het terrorisme zo snel als mogelijk goed te keuren: de wet op de terroristische misdrijven, de wet op het Europees aanhoudingsmandaat en de wet over Eurojust. Wij zullen ook verder blijven investeren in onze politie. De minister van Binnenlandse Zaken Patrick Dewael zal de komende maanden maatregelen bekend maken om tot een nog efficiëntere aanpak te komen op het terrein. En wat die efficiëntie betreft, zal ik u dit jaar niet overvallen met de jongste misdaadcijfers. Ze zijn nochtans, zeker wat de carjackings en de homejackings betreft, spectaculair. De regering heeft, nog voor volgende zomer, heel wat ander werk op de plank: - de uitvoering van het Kyoto-protocol; - de Staten-Generaal voor de Familie; - de versnelling van de hervorming van het leger, meer in het bijzonder van de landmacht; - de vereenvoudiging van de administratieve procedures voor gehandicapten; - het opstarten van het Alimentatiefonds, dat vanaf juni zijn eerste betalingen zal uitvoeren. Ook zal de regering de modernisering van de administratie voortzetten, en ze bijsturen in functie van de ervaringen die we hebben opgedaan in vorige legislatuur. Het blijft de bedoeling van alle coalitiepartners om volop te investeren in competentie, in vorming, in levenslange scholing, in het versterken van het expertise-niveau van de ambtenaren. Nog voor het einde van het jaar zal de regering zich buigen over de voorstellen van de minister van Ambtenarenzaken in die zin. We gaan ook door met ons ethisch geïnspireerd buitenlands beleid zoals het belichaamd wordt door Louis Michel. Het grootste belang van een klein kwetsbaar land is een stabiele en dus rechtvaardiger wereld. We hebben recent ondervonden dat zo'n houding niet evident is en dat er ook grenzen aan zijn. Maar we gaan door op het uitgetekende groeipad voor ontwikkelingssamenwerking. We krijgen wel langzaam steun voor de nieuwe Europese grondwet die de Conventie uittekende. We vinden steeds meer instemming voor ons project van de Europese Defensie. We krijgen helaas ook gelijk dat wie een oorlog wint, zonder de steun van de internationale gemeenschap de vrede kan verliezen. Ik weet dat er een zekere pre-electorale koorts groeit in de aanloop naar de regionale verkiezingen. Ik onderschat niet het risico dat dit in de komende maanden meer en meer verlammend kan werken. Maar ik zeg U dat de federale regering niet bij de pakken zal blijven zitten. De tijden zijn daarvoor te moeilijk. De mensen verwachten dat we besturen. Ik ken het verwijt. Deze regering zou alleen een "goed-nieuws-show" verkopen. Zeker, de eerste twee jaar van de vorige regering hebben we van de hoogconjunctuur genoten. Sedert 2001 is regeren echter hard labeur. Tegen de slechte tijden in. Maar dat hoort bij politiek. Elke politicus kan populaire beslissingen nemen bij een volle schatkist. Daar is geen moeite aan. Maar als het moeilijker gaat, verscherpen de keuzes. Die willen we niet uit de weg gaan. Zoals de keuze die we maakten voor tweehonderd duizend nieuwe banen. De wereld verandert, en wordt steeds meer veeleisend. In een klein land vertoont men vaak de neiging de middelmaat te knuffelen en succes te wantrouwen. Als we echter onze welvaart willen handhaven zullen we meer uitschieters nodig hebben, en minder middelmaat. We hopen allemaal dat onze kinderen model-leerlingen worden. Velen dromen van een modelhuwelijk, van een modelwoning in een modelstraat. Waarom zouden we dan niet naar een modelstaat mogen streven? Natuurlijk, ik besef ook wel dat dit slechts op langere termijn te realiseren valt. Maar ik weet ook dat wie zijn doel niet ambitieus stelt, nooit iets in beweging zet, nooit iets zal veranderen.