Arbeidsonbekwaam
Afschaffing van de carenzdag bij een werkonbekwaamheid
Afschaffing van de carenzdag bij een werkonbekwaamheid
De Ministerraad keurde een ontwerp van koninklijk besluit goed houdende wijziging van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij overeenkomst in dienst genomen door de federale overheidsdiensten. Het ontwerp is een voorstel van de heer Christian Dupont, Minister van Ambtenarenzaken. De wet van 3 juli 1978 bepaalt dat in geval van arbeidsonbekwaamheid door een ziekte die geen beroepsziekte is, of door een ongeval op de weg naar of van het werk, de arbeider recht heeft op zijn normaal loon gedurende een periode van zeven dagen. Hij heeft recht op 60% van het gedeelte van het loon dat de loongrens die in aanmerking komt voor de berekening van de uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering niet overschrijdt, gedurende de zeven daaropvolgende dagen. Wanneer de arbeidsongeschiktheid geen veertien dagen duurt, is de eerste werkdag van de periode van arbeidsongeschiktheid een carenzdag. De periode van gewaarborgd loon begint de volgende dag. De carenzdag is dus niet vergoed. In de privé-sector zijn er echter heel wat collectieve overeenkomsten die de carenzdag geheel of gedeeltelijk hebben geneutraliseerd. Het ontwerp voert dus de afspraak uit gemaakt in het sectoraal akoord 2003-2004 van het administratief openbaar ambt om de carenzdag af te schaffen. En dus wordt die nu vergoed. Het ontwerp wordt voorgelegd aan de onderhandelingen in het comité voor de federale, gemeenschaps- en gewestelijke overheidsdiensten. Daarna gaat het naar de Raad van State.