Retributies inzake de identificatie en registratie van dieren
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Landbouw David Clarinval een ontwerp van koninklijk besluit goed dat het koninklijk besluit van 14 mei 2012 betreffende de retributies inzake identificatie en registratie van dieren opheft en vervangt.
Het identificeren en registreren van dieren en hun houders is een wettelijke vereiste, vastgelegd in de Europese verordening 2016/429 (ook wel Animal Health Law genoemd), en is essentieel om de traceerbaarheid van dieren te kunnen garanderen, zowel in het kader van de diergezondheid als in het kader van de voedselketen.
De dierengezondheidswet van 24 maart 1987 laat toe dat er retributies geïnd worden voor de identificatie en de registratie van dieren en dat de erkende verenigingen daarvan rechtstreeks de begunstigden zijn. De kosten worden per dienst of per product aangerekend aan de veehouders.
De retributies werden vastgelegd in het koninklijk besluit van 14 mei 2012 en werden sindsdien niet meer gewijzigd. Ze zijn bijgevolg ontoereikend geworden voor de erkende verenigingen om een goede en kwalitatieve dienstverlening te blijven aanbieden. Daarom past het nieuwe ontwerp van koninklijk besluit de retributies aan en worden de volgende bepalingen toegevoegd:
- een koppeling van de retributies aan de gezondheidsindex
- een bijkomende retributie van 25 euro indien een initieel voorstel van retributie niet wordt betaald binnen een redelijke termijn van 2 maanden
- een retributie voor een beslag kameelachtigen waarvoor ook een identificatie- en registratieplicht werd ingevoerd
- een retributie voor geregistreerde inrichtingen met “in gevangenschap levende vogels” die de retributie voor hobbypluimvee vervangt. Het gaat om een wijziging van de terminologie naar aanleiding van de Animal Health Law
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.