COVID-19: verlenging urgente procedure voor de terugbetaling van zuurstoftherapie
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke een ontwerp van koninklijk besluit goed over wijzigingen van het koninklijk besluit inzake de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen voor wat oxyconcentratoren voor zuurstoftherapie gedurende de COVID-19 crisis betreft.
Het koninklijk besluit van 26 januari 2021 betreft een urgente procedure voor tegemoetkoming van nieuwe oxyconcentratoren die als zuurstoftherapie gebruikt worden in het kader van COVID-19. Deze worden in afwachting van publicatie van een koninklijk besluit via een tijdelijke afwijkende procedure voor nieuwe oxyconcentratoren ingeschreven op de lijst door het RIZIV op hun website. Nadien worden de oxyconcentratoren officieel ingeschreven via wijziging van de lijst door de Koning.
De redenen voor de wijziging van het koninklijk besluit zijn als volgt:
- het koninklijk besluit van 26 januari 2021 voor deze tijdelijke urgente procedure trad buiten werking op 31 december 2021
- het ontwerp van koninklijk besluit voorziet een verlenging van de bepalingen van het koninklijk besluit tot 31 december 2022
- het ontwerp zal toelaten om meer manoeuvreerruimte te hebben voor de bevoorrading met oxyconcentratoren als deze dringend nodig zijn, zoals bij voorbeeld in geval van een nieuwe golf van besmettingen met COVID-19
Het ontwerp van koninklijk besluit wordt ter ondertekening voorgelegd aan de Koning.
Ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 januari 2021 tot uitvoering van artikel 37, § 16bis, eerste lid, 3°, en vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor wat oxyconcentratoren voor zuurstoftherapie gedurende de COVID-19 crisis betreft