Omzetting van twee Europese richtlijnen inzake btw
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Financiën Vincent Van Peteghem een voorontwerp van wet goed tot wijziging van de bepalingen van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in het bijzonder wat betreft het toepassingsgebied en de belastingvrijstellingen, ingevolge de omzetting van twee Europese richtlijnen.
Het voorontwerp van wet voorziet vooreerst in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn (EU) 2019/2235 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde en Richtlijn 2008/118/EG houdende een algemene regeling inzake accijns wat betreft defensie-inspanningen binnen het Uniekader. Het betreft vrijstellingen voor leveringen van goederen en diensten alsook de invoer van goederen ter uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid binnen het Uniekader. Deze bepalingen treden in werking op 1 juli 2022.
Het voorontwerp beoogt ook de omzetting van Richtlijn (EU) 2021/1159 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de coronapandemie. Het betreft een nieuwe btw-vrijstelling voor aankopen door instellingen van de Unie van goederen en diensten in reactie op de noodsituatie als gevolg van de coronapandemie, wanneer die kosteloos ter beschikking worden gesteld van de lidstaten of derden, zoals nationale autoriteiten of instellingen. Deze bepalingen hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2021.
Het voorontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.
Voorontwerp van wet tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde betreffende vrijstellingen van de belasting ter uitvoering van activiteiten in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid binnen het Uniekader en betreffende tijdelijke vrijstellingen bij invoer en bepaalde leveringen van goederen en diensten in reactie op de Covid-19-pandemie