Tegemoetkoming personen met handicap
Op voorstel van de heer Rudy Demotte, Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, en mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, Staatssecretaris voor het Gezin en personen met een handicap, keurde de Ministerraad een koninklijk besluit goed, tot uitvoering van de wet (*) betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
Op voorstel van de heer Rudy Demotte, Minister van Sociale zaken en Volksgezondheid, en mevrouw Gisèle Mandaila Malamba, Staatssecretaris voor het Gezin en personen met een handicap, keurde de Ministerraad een koninklijk besluit goed, tot uitvoering van de wet (*) betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap.
Het ontwerp brengt de reglementering van de tegemoetkomingen aan personen met een handicap in overeenstemming met het internationaal recht. Het opent het recht op tegemoetkomingen voor de onderdanen van IJsland, Noorwegen, Liechtenstein en de Zwitserse Bondsstaat die hun verblijfplaats in België hebben. De verordening (**) van de Raad van de Europese gemeenschappen betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, en op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, is van toepassing op de onderdanen van IJsland, Noorwegen en Liechtenstein, die tot de EER (***) behoren. Voor de Zwitsers geldt de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds over het vrije verkeer van personen (****). Bovendien wordt het recht op tegemoetkomingen ook toegekend aan echtgenoten en aan gezinsleden van de onderdanen van de Lidstaten van de Europese Unie, de EER of van Zwitserland, die zelf geen onderdanen van deze staten zijn. Het ontwerp treedt in werking op 1 juli 2003 en wordt voor advies binnen een termijn van dertig werkdagen aan de Raad van State voorgelegd. (*) van 27 februari 1987, art. 4, § 2. (**) nr 1408/71 van 14 mei 1971. (***) Europese Economische Ruimte. (****) gedaan te Luxemburg op 21 juni 1999.