Belastingheffing uit inkomsten uit spaargelden
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot uitvoering van de wet (*) houdende bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen die, wat België betreft, zijn voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Monserrat en de Turks en Caicos eilanden.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot uitvoering van de wet (*) houdende bepalingen die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen die, wat België betreft, zijn voorzien in de overeenkomsten betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden, die werden gesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot de Nederlandse Antillen enerzijds en Aruba anderzijds, en tussen het Koninkrijk België en respectievelijk Guernsey, het eiland Man, Jersey, Anguilla, de Britse Maagdeneilanden, Monserrat en de Turks en Caicos eilanden.
Het ontwerp maakt de wet (*) van toepassing op de beoogde betaalde of toegekende interesten die zijn verlopen vanaf 1 juli 2005. Het is de bedoeling om eenzelfde inwerkingtreding te hebben, aangezien de lidstaten de bepalingen van de Europese richtlijn vanaf 1 juli 2005 toepassen meer bepaald op voorwaarde dat de overeenkomsten met bepaalde afhankelijke of geassocieerde gebieden zijn gesloten. (*) van 21 juni 2005, artikel 6, die de bepalingen van richtlijn 2003/48/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni 2003 omzet.