Uitvoerend beslag op onroerend goed
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, houdende opheffing van artikel 160 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed, houdende opheffing van artikel 160 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Het ontwerp schaft de procedure af die voorziet in de verplichting voor de ontvangers om voorafgaand aan het uitvoerend beslag op onroerend goed, de machtiging van de Minister van Financiën te bekomen. Hierdoor wordt de procedure minder omslachtig, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de rechten van de belastingschuldige. De opheffing bevordert ook de harmonisatie van de procedures inzake inkomstenbelastingen en BTW op het vlak van het uitvoerend beslag op onroerend goed. Het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde vereist immers geen voorafgaande ministeriële machtiging.