Beveiliging van de liften - Advies van de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten - Verbeterde risicoanalyses en meer tijd voor modernisatie
Op verzoek van de Minister van Werk, belast met Consumentenzaken, Mevrouw Freya Van den Bossche, heeft de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten een advies overgemaakt inzake het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van de liften. Dit advies streeft ernaar een rechtvaardig evenwicht te eerbiedigen tussen de veiligheidsdoelstelling van het besluit en zijn technische uitvoerbaarheid. Het is uitgewerkt in vier hoofdlijnen.
Op verzoek van de Minister van Werk, belast met Consumentenzaken, Mevrouw Freya Van den Bossche, heeft de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten een advies overgemaakt inzake het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van de liften. Dit advies streeft ernaar een rechtvaardig evenwicht te eerbiedigen tussen de veiligheidsdoelstelling van het besluit en zijn technische uitvoerbaarheid. Het is uitgewerkt in vier hoofdlijnen.
1. Meer tijd voor de modernisatiewerken In eerste instantie heeft een zeer grote meerderheid van de Commissie zich uitgesproken voor een uitbreiding van de termijnen voor het uitvoeren van de modernisatiewerken aan de liften. Evenwel was zij van mening dat het voorstel van Mevrouw de Minister om de uiterste data van de werkzaamheden te verlengen met 5 jaar voor alle liften, niet voldoende rekening hield met het aspect "veiligheid". Derhalve stelt de Commissie een alternatief tijdsschema voor om de verschillende moderniserings-termijnen te bepalen, rekening houdend met de anciënniteit van de liften. Dit tijdsschema : - verandert in geen enkel opzicht de bestaande moderniseringstermijnen van de oudste liften (in gebruik genomen vóór 1958), omdat zij a priori de belangrijkste potentiële bron van ernstige gevaren vormen (zij werden immers in een tijdperk gebouwd waarin de veiligheidseisen veel minder strikt waren dan vandaag); - voorziet een verlenging van drie jaar van de moderniseringstermijnen van de liften van de volgende generatie (in gebruik genomen tussen 1 januari 1958 en 31 maart 1984); - voorziet een verlenging van vijf jaar van de termijnen voor alle liften in gebruik gesteld na 31 maart 1984. Volgens de Commissie zouden de nieuwe termijnen voorgesteld in dit alternatieve tijdschema moeten voldoen opdat de modernisatiebedrijven erin zouden slagen om op tijd het geheel van de vereiste moderniseringswerken uit te voeren. De hieronder vermelde tabel verduidelijkt op nauwkeurige wijze het tijdschema dat wordt voorgesteld door de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten: 2. Naar een echte risicoanalyse Vervolgens heeft de Commissie zich eveneens akkoord verklaard met de wil van Mevrouw de Minister om slechts modernisatiewerken voor liften op te leggen in die bepaalde gevallen waarvoor de resultaten van de risicoanalyse aantonen dat de vastgestelde risico's of gevaren zo ernstig en waarschijnlijk zijn dat ze als onaanvaardbaar moeten worden beschouwd. Momenteel is het zo dat het reeds voldoende is dat er een risico bestaat om de eigenaars te verplichten een ganse reeks werken uit te voeren om hun liften conform te maken, zonder met de reële context van het werkelijke gebruik van de installatie rekening te houden. Om het verfijnen van de risicoanalyses mogelijk te maken en vooral om via de resultaten ervan de noodzaak te kunnen vaststellen om bepaalde modernisatiewerken daadwerkelijk uit te voeren, is het in de eerste plaats de methode op zich die door de Externe Diensten voor de Technische Controles (EDTC) worden gebruikt, die moet worden herzien. Volgens de Commissie zouden de resultaten van de risicoanalyses niet alleen moeten steunen op strikte criteria van technische conformiteit zoals dit nu het geval is, maar zeker ook op de reële omstandigheden waarbinnen de installatie wordt gebruikt, evenals op de ernst van de vastgestelde risico's, hun frequentie en waarschijnlijkheid dat ze zich voordoen. Tevens dienen ook de technische en economische uitvoerbaarheid van de eventueel uit te voeren aanpassingsmaatregelen in aanmerking worden genomen. 3. Twee jaar meer voor de risicoanalyses Als derde hoofdlijn in haar advies heeft de Commissie beslist het voorstel van Mevrouw Van den Bossche te aanvaarden om een aanvullende termijn van twee jaar toe te kennen aan de eigenaars en beheerders om de risicoanalyses van hun liften te laten uitvoeren. Volgens de Commissie lijkt deze nieuwe termijn meer in overeenstemming met de werkelijke toestand van het liftenpark van ons land en de concrete capaciteit van de EDTC om de uitvoeringstiming van de werken te respecteren. 4. Planning van de werkzaamheden : geen toegevoegde waarde Uiteindelijk heeft de Commissie zich voor de intrekking van artikel 5, §3 van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 uitgesproken dat voor de eigenaars en beheerders van liften een verplichting instelde om binnen de zes maanden volgend op de risicoanalyse, de planning van de modernisatiewerken aan hun liften mee te delen aan de EDTC die de risicoanalyse heeft uitgevoerd. Deze beschikking vormt volgens de Commissie een administratieve procedure zonder reële toegevoegde waarde. In de rand van haar advies over het ontwerp van koninklijk besluit op zich, heeft de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten eveneens aan Mevrouw de Minister gevraagd om een gecoördineerde discussie op te starten tussen de verschillende betrokken beleidsniveaus om de mogelijkheid te onderzoeken om fiscale voordelen te voorzien voor eigenaars en beheerders om de financiering van de modernisatiewerken van hun liften te vergemakkelijken. Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten Eric Balate Voorzitter Contactpersoon : Centraal Meldpunt voor producten - Patrick Van Driessche Tel. : 02/206.40.26 - Fax : 02/206.55.77 e-mail : info.consumentenproducten@mineco.fgov.be (Het volledige advies van de Commissie is beschikbaar op eenvoudig verzoek)