Vrijstelling van bedrijfsvoorheffing
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad in twee lezing en na advies van de Raad van State een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot uitvoering van de programmawet (*) en tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
Op voorstel van de heer Didier Reynders, Minister van Financiën, keurde de Ministerraad in twee lezing en na advies van de Raad van State een ontwerp van koninklijk besluit goed, tot uitvoering van de programmawet (*) en tot wijziging van het KB/WIB 92 inzake de vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing.
Het ontwerp van koninklijk besluit verhoogt het percentage van niet door te storten ingehouden bedrijfsvoorheffing tot 65% voor de universiteiten, de hogescholen, de NFWO en de FWOV, bedoeld in de programmawet. Het ontwerp is van toepassing op de inkomsten die vanaf 1 januari 2005 betaald of toegekend zijn. Men zal de maatregel evalueren bij het opmaken van het budget 2006. De Ministerraad keurde ook een ontwerp van koninklijk besluit goed tot wijziging van het koninklijk besluit (**) tot vaststelling van de toepassingsmodaliteiten zoals voorzien in de programmawet (*). Het ontwerp heeft als doel voor de schuldenaars van de bedrijfsvoorheffing de wijze vast te stellen waarop het bewijs dient te worden geleverd dat deze onderzoekers daadwerkelijk voor de verwezenlijking van zulke onderzoeksprojecten worden tewerkgesteld. (*) artikel 385 van de programmawet van 24 december 2002. (**) van 28 september 2003.