Instemming met het protocol bij het verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders een voorontwerp van wet goed houdende instemming met het facultatief protocol bij het verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing.
Dit protocol, aangenomen te New York op 18 december 2002, voorziet in een dubbel, nationaal en internationaal, controlemechanisme, dat folterpraktijken of handelingen van foltering en onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing beoogt te voorkomen. Dit tracht bereikt te worden door middel van regelmatige bezoeken van onafhankelijke deskundigen op de plaatsen waar personen van hun vrijheid zijn beroofd, alsook door de formulering van aanbevelingen aan de betrokken autoriteiten.
Op het niveau van de Verenigde Naties vetrouwt het protocol deze taak aan een specifiek orgaan toe, het subcomité ter voorkoming van foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Op nationaal niveau moeten de lidstaten een nationaal preventiemechanisme voorzien, waardoor controle kan worden uitgeoefend op de behandeling van personen die van hun vrijheid zijn beroofd en op die manier preventief kan worden gehandeld. Dat mechanisme moet ten minste de volgende bevoegdheden uitoefenen:
- de situatie van personen die van hun vrijheid zijn beroofd op regelmatige tijdstippen onderzoeken met het oog op de versterking van hun bescherming tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing
- aanbevelingen ter attentie van de bevoegde autoriteiten formuleren om de behandeling en de situatie van personen die van hun vrijheid zijn beroofd te verbeteren, en foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing te voorkomen, rekening houdend met de relevante normen van de Verenigde Naties
- voorstellen doen en observaties formuleren inzake de geldende wetgeving of ontwerpen van wet ter zake
De Staat is verantwoordelijk voor het functioneren van het controleorgaan en moet dus de nodige middelen bieden opdat dit orgaan zou kunnen functioneren op een zelfstandige manier, zowel op vlak van samenstelling, op financieel vlak als bij de uitoefening van zijn opdrachten. Het nationale preventiemechanisme moet worden ingevoerd in het jaar dat volgt op de bekrachtiging van het Facultatief Protocol.
Het ontwerp wordt ter advies voorgelegd aan de Raad van State.