Zaakverdeling van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens een ontwerp van koninklijk besluit goed tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg van West-Vlaanderen.
Het ontwerp van koninklijk besluit verdeelt de rechtbank van eerste aanleg van West-Vlaanderen in vier afdelingen en bepaalt het grondgebied van elk van hen. Artikel 186 van het Gerechtelijk Wetboek maakt elke afdeling van het arrondissement exclusief bevoegd voor bepaalde materies. De verdeling gaat als volgt:
- de afdeling van Brugge is exclusief bevoegd voor wapenhandel, mensenhandel, schijnhuwelijken en schijnwettelijke samenwoningen, gedwongen huwelijken en gedwongen wettelijke samenwoningen, socio-economische zaken, fiscale zaken, terrorisme en militaire misdrijven en bepaalde burgerlijke zaken
- de afdeling van Ieper is exclusief bevoegd voor doping, hormonen, landbouw, voedselveiligheid en dierenwelzijn
- de afdeling van Veurne is exclusief bevoegd voor cybercriminaliteit, intellectuele eigendom en telecommunicatie
- de afdeling van Kortrijk is exclusief bevoegd voor milieu en stedenbouw
De afdelingen van Brugge en Kortrijk zijn ook bevoegd voor economisch-financiële strafzaken, terwijl de afdelingen van Brugge en Ieper bevoegd zijn voor uitlevering.
Het ontwerp wordt voor advies aan de Raad van State overgemaakt.
Ontwerp van koninklijk besluit tot vaststelling van het zaakverdelingsreglement van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbank, de rechtbank van koophandel en de politierechtbank in afdelingen