Instemming met het verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders en minister van Justitie Koen Geens een voorontwerp van wet goed dat instemt met het verdrag van de Verenigde Naties inzake de immuniteit van rechtsmacht van staten en hun eigendommen.
Het verdrag, gedaan in New York op 2 december 2004, is reeds door 28 staten ondertekend en maakt het voorwerp uit van een ratificatie door of toetreding van 21 staten. Het verdrag wordt ook grotendeels beschouwd als een codificatie van het internationaal gewoonterecht inzake staatsimmuniteit. Het verdrag beantwoordt aan een belangrijke nood aan duidelijkheid. Het internationaal recht erkent inderdaad het bestaan van een immuniteit van rechtsmacht van vreemde Staten. De rechtspraak heeft een onderscheid uitgebouwd tussen de handelingen van een Staat betreffende de uitoefening van het staatsgezag, waarvoor een immuniteit geldt, en de handelingen door een Staat gesteld als particulier in het kader van een deelname aan het economisch leven, waarvoor geen immuniteit kan gelden. Het verdrag werkt dit onderscheid verder uit.
Naast de immuniteit van rechtsmacht bevat het verdrag een belangrijk deel over de immuniteit van Staten tegenover dwangmaatregelen. Dit deel voorziet als algemene regel dat tegen de eigendommen van een Staat geen conservatoire of executiemaatregelen kunnen genomen worden tenzij één van de uitzonderingen ingeschreven in het verdrag van toepassing zijn. Het Gerechtelijk wetboek heeft reeds een aantal overeenstemmende bepalingen van het verdrag in de Belgische wetgeving opgenomen.
België heeft het verdrag ondertekend op 22 april 2005.
Het voorontwerp wordt voor advies overgemaakt aan de Raad van State.