1 op 5 Belgische huishoudens kwetsbaar voor energiearmoede: een analyse van de federale energiemaatregelen
Brussel, 9 februari 2017. Volgens de energiearmoedebarometer van de Koning Boudewijnstichting zijn 1 op 5 Belgische huisgezinnen (21,3%) kwetsbaar voor energiearmoede. De studiedienst van de POD Maatschappelijke Integratie analyseerde daarom de maatregelen die de federale overheid ter beschikking stelt.
1. Het sociaal mazoutfonds
Omdat de prijs van huisbrandolie een aanzienlijke hap uit het gezinsbudget neemt, werd het sociaal mazoutfonds opgericht om tussen te komen in de betaling van de verwarmingsfactuur van gezinnen die zich in een moeilijke situatie bevinden.
In 2015 kwamen 96.533 personen in aanmerking voor een tegemoetkoming. Sinds 2013 neemt het aantal aanvragen voor een tussenkomst af. Dit omwille van de dalende olieprijzen, de zachte winters en het overschakelen naar andere brandstoffen die geen deel uitmaken van de betoelaagde maatregelen zoals brandhout, steenkool of aardgas.
Op basis van een steekproef stelde de studiedienst vast dat binnen deze populatie bijna 1 op 2 huishoudens, gezinnen met kinderen zijn waarvan vaker een vrouw als gezinshoofd fungeert. Een tweede vaststelling is dat het aandeel van de gezinnen met een leefloon die een tussenkomst van het sociaal mazoutfonds ontvangen, aanzienlijk groter is dan hun aandeel in de totale leefloonpopulatie is.
Julien Van Geertsom, Voorzitter POD MI: “Het dalend aantal tussenkomsten stelt ons voorzichtig optimistisch. We merken echter op dat energiearmoede, net als armoede, nog steeds meer vrouwen dan mannen treft. Alleenstaande moeders moeten vaker dan andere groepen in de samenleving, een beroep doen op een tussenkomst van het sociaal mazoutfonds.”
2. Fonds voor Gas en Elektriciteit
Het Fonds voor Gas en Elektriciteit financiert sinds 2001 de OCMW‘s om de begeleiding en de financiële maatschappelijke steunverlening inzake energielevering te verzekeren. Ze kunnen met deze middelen cliënten met betalingsmoeilijkheden helpen door achterstallige rekeningen aan te zuiveren of maatregelen te nemen voor een preventief sociaal energiebeleid.
In België heeft 5,1% van de gezinnen problemen om hun facturen te betalen voor nutsvoorzieningen zoals gas en elektriciteit. Voor gezinnen met een verhoogd armoederisico stijgt dit aandeel tot 18,6%. Net zoals bij het Sociaal mazoutfonds merken we dat voornamelijk (eenouder)gezinnen met kinderen die in armoede verkeren, grotere moeilijkheden hebben om hun energiefacturen te betalen.
De middelen van het fonds worden door de OCMW’s meer ingezet voor dienstverlening zoals budget- en/of energiebegeleiding dan voor het wegwerken van de schulden van de hulpbehoevenden.
Julien Van Geertsom: “We merken duidelijk een positieve trend. Door in te zetten op preventieve en energiebesparende maatregelen doen de OCMW’s het nodige om de energiefactuur van hun cliënten onder controle te krijgen en zo bijkomende energieschulden te voorkomen. Het OCMW is duidelijk geen mister cash meer, maar een energiedeskundige ten dienste van iedereen met vragen over energie.”
3. Sociaal tarief voor gas en elektriciteit
Sinds 2004 werd het sociaal tarief voor elektriciteit en/of aardgas ingevoerd dat de FOD Economie de opdracht geeft om alle gegevens te verzamelen en vervolgens de energieleveranciers te verwittigen. Zij zijn op hun beurt verplicht dit tarief toe te kennen.
In 2016 ontving 8,5% van de Belgische huisgezinnen of respectievelijk 460.000 contracten, automatisch het sociaal tarief. Dit is beduidend hoger dan het aantal gezinnen die ook bij het OCMW aankloppen.
Van de 106.620 gezinnen bij het OCMW, ontvingen 77.122 automatisch het sociaal tarief. De overblijvende groep betreft rusthuisbewoners of personen waarvoor eerst nog een handmatige tussenkomst en/of controle nodig is om aan te tonen dat men in aanmerking komt voor het sociaal tarief.