Vierde luik van de uitvoering van het justitieplan
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Justitie Koen Geens een voorontwerp van wet goed tot hervorming van de rechtspleging voor de rechtbank van koophandel en van het hoger beroep tegen de vonnissen van die rechtbank, tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en houdende diverse bepalingen inzake justitie.
Dit voorontwerp is het vierde ontwerp dat een aantal concrete maatregelen ter uitvoering van het justitieplan voorstelt.
Een van de maatregelen van dit voorontwerp heeft betrekking op de hervorming van de bijzondere rechtspleging voor de rechtbanken van koophandel. Hierbij wordt de dagvaardingstermijn aanzienlijk verlengd zodat de verweerders conclusie kunnen nemen vóór de inleidingszitting. Op de inleidingszitting zijn er vervolgens verschillende mogelijkheden, naar gelang van de omstandigheden: verstekvonnis, onmiddellijke afhandeling van de zaak, verzoeningspoging, onderhandelingen of bemiddelingsprocedure. Alleen bij gebrek daaraan wordt de partijen gevraagd de ingereedheidbrenging af te ronden. Dat gebeurt aan de hand van een wettelijke conclusiekalender die onafhankelijk is van de timing van de pleitzitting. Na afloop van de conclusieronde beslist de rechtbank of extra informatie nodig is en of er een terechtzitting moet plaatsvinden.
Wat de rechtspositie van de gedetineerden betreft, hebben de voorgestelde wijzigingen in het bijzonder betrekking op een rationalisatie van de indeling en bestemming van de gevangenissen. De Centrale Toezichtsraad en de lokale commissies van toezicht zullen afhangen van het parlement, dat zowel instaat voor de organisatie, de werking en de financiering ervan.
Het voorontwerp van wet wordt voorgelegd aan het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, van het College van procureurs-generaal, van de Raad van State en van de Orde van balies.