Voorrechten en immuniteiten verleend aan het Europees Defensieagentschap en zijn personeel
De ministerraad keurt op voorstel van minister van Buitenlandse Zaken Didier Reynders een voorontwerp van wet goed dat instemt met het besluit van de vertegenwoordigers van de Lidstaten over de voorrechten en immuniteiten, verleend aan het Europees Defensieagentschap en zijn personeel.
Het Europees Defensieagentschap werd opgericht door het Gemeenschappelijk optreden 2004/551/GBVB van de Raad van 12 juli 2004 met als opdracht de Raad en de lidstaten te steunen bij hun inspanningen om de defensievermogens van de Europese Unie inzake crisisbeheersing te ontwikkelen. Verder ondersteunt het ook het Europees veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) in zijn huidige en toekomstige vorm.
De taken van het Agentschap zijn:
- het ontwikkelen van defensievermogens inzake crisisbeheersing
- het bevorderen en uitbreiden van de Europese samenwerking in bewapening
- het versterken van de Europese technologische en industriële defensiebasis (DTIB) en werken aan een internationaal concurrerende Europese markt voor defensie-uitrusting
- het verbeteren van de doeltreffendheid van het Europees onderzoek en de Europese technologie (O&T) op defensiegebied
Het Agentschap, dat zijn hoofdzetel in Brussel heeft, treedt op onder het gezag en het politiek toezicht van de Raad en staat open voor deelname van alle lidstaten van de Europese Unie die door het Gemeenschappelijk optreden worden gebonden.
Het besluit over de voorrechten en immuniteiten die aan het Europees Defensieagentschap en zijn personeel worden verleend en ondertekend is op 10 november 2004 in Brussel, verduidelijkt een aantal aspecten over de voorrechten en immuniteiten die door de Lidstaten aan het Agentschap worden toegekend om een goede werking te verzekeren.