Armoede op het platteland in kaart gebracht. Nood aan globale aanpak.
In België nemen we aan dat meer dan 15 % van de Belgische bevolking met een armoederisico geconfronteerd wordt. Armoede kent dan ook vele gezichten. Maar tot nu toe was er nog maar weinig statistisch onderzoek gebeurd naar armoede en sociale uitsluiting op het platteland. Als sluitstuk van een nieuw onderzoek ‘Armoede in de stad en op het platteland’– op vraag van het Steunpunt Armoedebestrijding en het Federaal Wetenschapsbeleid - stelden de onderzoekers vandaag de resultaten voor.
De onderzoeksresultaten tonen aan dat armoede sterk vertegenwoordigd is in dichtbebouwde stedelijke gebieden, maar ook op het platteland. Maarten Loopmans (KU Leuven): “De armoedecijfers zijn het hoogst in de ‘dichtbebouwde stedelijke gebieden’, maar de plattelandsgebieden staan op de tweede plaats. Opvallend is ook dat de huishoudens die behoren tot de groep van de 10 % armsten minder vertegenwoordigd zijn op het platteland, maar huishoudens die net iets minder arm zijn (de groep tussen de 15 en 20 % armsten) zijn dan weer sterk vertegenwoordigd op het platteland.” Een aantal groepen lijken het ook moeilijker te hebben op het platteland (dan het Belgisch gemiddelde), bv. oudere personen, eenpersoonshuishoudens en eenoudergezinnen.
Contactpersoon Federaal Wetenschapsbeleid:
Dhr. Aziz Naji
02/238.36.46
naji@belspo.be