Verdeling winst Nationale Loterij 2003
Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Overheidsbedrijven en voogdijminister van de Nationale Loterij, keurde de Ministerraad de voorlopige winstverdeling van de Nationale Loterij voor het dienstjaar 2003.goed.
Op voorstel van de heer Rik Daems, Minister van Overheidsbedrijven en voogdijminister van de Nationale Loterij, keurde de Ministerraad de voorlopige winstverdeling van de Nationale Loterij voor het dienstjaar 2003.goed.
Zoals bekend besteedt de Nationale Loterij elk jaar aanzienlijke sommen aan subsidies. De begunstigde projecten situeren zich zowel op wetenschappelijk, sportief, cultureel en sociaal vlak als op het domein van het algemeen nut en het nationaal prestige. Een groot deel van de opbrengsten uit de spelen georganiseerd door de Nationale Loterij gaat elk jaar naar subsidies. Voor 2003 wordt dit geschat op ¬ 210.590.507 waarmee het peil van 2002 behouden blijft. De te besteden fondsen worden jaarlijks geëvalueerd. In grote lijnen kunnen deze bijdragen onderverdeeld worden in de volgende categorieën: materies vastgelegd bij wet, doeleinden van openbaar nut (federale materies), specifieke dossiers, bijzondere bijdragen en bijdragen bestemd voor de deelstaten. Het grootste gedeelte van de middelen dat besteed wordt is bij wet vastgelegd zoals voor het Directoraat Generaal voor Internationale Samenwerking, de Nationale Kas voor Rampenschade, de Koning Boudewijnstichting, en het Belgisch Overlevingsfonds. De doeleinden van openbaar nut op federaal vlak omvatten onder andere steun aan wetenschappelijke en culturele instellingen (zoals bijv. de Koninklijke Muntschouwburg) en projecten zoals de strijd tegen de armoede, de bescherming van het nationaal erfgoed en de opvang en de integratie van wettelijke migranten en van erkende politieke vluchtelingen. Hieronder vallen eveneens een 100-tal projecten van culturele of wetenschappelijk aard voorgesteld door voogdijminister Minister Daems, met advies van het Subsidiecomité. De specifieke dossiers, vastgelegd door vorige ministerraden, omvatten toelagen voor het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC), het Rode Kruis van België, de financiering van veiligheidsmaatregelen bij sportmanifestaties, opvangcentra in Luik, Brussel en Antwerpen, preventie en opvang van gokverslaving, het bestrijden van Aids contaminatie, en het Instituut voor de Gelijkheid van Mannen en Vrouwen. Bijkomend worden toelagen voorzien voor Solidariteit inzake Gehandicaptenzorg, het Europamuseum, de voorbereiding van de deelname van België aan de wereldtentoonstelling in Japan in 2005, het Paleis van Schone Kunsten, financiering van de stadswachten, de Stichting Auschwitz, Made in Belgium (Belgissimo), en projekten voor duurzame ontwikkeling. Bijzondere bijdragen gaan onder meer naar Europalia, Child Focus, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, het Internationaal Centrum voor Kankeronderzoek, het Filmmuseum en het Antigifcentrum. Tot slot gaat sinds 2002 een groot gedeelte van de winstuitkering naar de verschillende gemeenschappen, met name niet minder dan ¬ 57.786.035 gaat naar de Vlaamse, Franstalige en Duitstalige gemeenschap. Deze kunnen op hun beurt over de besteding van deze gelden beslissen, en toelagen toekennen aan regionale initiatieven en instellingen.